GEMEENTE BREDA volgno. 16 der agenda
Bijlagen 1960
No. 451
7 september 1960
08/12344
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het toekennen van een subsidie in de kosten
van uitbreiding van de r.k. kerk van de pa
rochie van het Onbevlekt Hart van Maria,
Fatimastraat.
Het r.k. kerkbestuur van de parochie van het Onbevlekt Hart van Maria alhier,
verzoekt bij schrijven van 30 april 1960 in aanmerking te mogen komen voor
een gemeentelijke bijdrage in de kosten van de uitbreiding van haar parochie
kerk.
Het kerkbestuur van de parochie van het Onbevlekt Hart van Maria was een van
de eerste kerkbesturen in deze gemeente, die een beroep d.eed op de gemeente
lijke overheid om een subsidie te verlenen in de stichtingskosten van de nieuwe
kerk. Op 21 april 1949 (bijlagennummer 93) besloot Uw college gunstig op dit
verzoek te beslissen en werd een gemeentelijke bijdrage toegekend van 25.000,-,
nl. 10^o van de geraamde kosten. Sedertdien werd subsidie verleend in de stich
tingskosten van de volgende kerken; O.L.Vrouw van Altijddurende Bijstand (Heuvel),
Nederlands Hervormde Kerk te Princenhage, H.H.Petrus en Paulus (Boeimeer), H.
Michaël (Brabantpark) en de Goede Herder (Doornbos). Aanvankelijk werd een vast
bedrag als gemeentelijke bijdrage toegekend, later xrerd als norm aangehouden
20/s van de werkelijke kosten tot een maximum van 20van de geraamde kosten.
Thans echter wordt geen gemeentelijke bijdrage gevraagd in de stichtingskosten
van een nieuw te bouwen kerk, doch in de kosten van uitbreiding van een besta.an-
de kerk. Deze kerk telt thans 600 zitplaatsen. Ha de uitbreiding zullen 1002
personen een zitplaats kunnen vindon. Tot op heden is door Uw raad nog geen
beslissing genomen op een verzoek tot het verlenen van een gemeentelijke bij
drage in de kosten van uitbreiding van een bestaande kerk.
Bij de stichting van de kerk van de parochie ven het Onbevlekt Hart van Maria
werd ervan uitgegaan, dat bij realisatie van de uitbreidingsplannen in deze
omgeving de kerk aanmerkelijk uitgebreid zou moeten worden. Bij de bouw werd
hier ook rekening mede gehouden. Daar de verbouwing naar onze mening meer een
"afbouw" dan een uitbreiding; betekent, achten wij ook hier een subsidie van
2(f/o niet onredelijl nog te meer omdat het percentage in de aanvankelijke
stichtingskosten slechts 10^ó bedroeg. Het rapport "regeling bijdragen kerkenbouw"
van de commissie Sassen - waarover de regering nog geen uitspraak heeft gedaan -
spreekt ook over subsidiëring bij uitbreiding doch beperkt dit tot uitbreidingen,
waarbij het aantal plaatsen wordt verdubbeld. Zoals bovengezegd, achten wij on
voldoende argumenten aanwezig het rapport in deze te volgen.
