a Bijlagen 1 960 no. 479 7 september 1960 F/12200 Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van een straat- en rioolbelasting in de gemeente Breda. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. In de nota ven aanbieding van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1961 werd de indiening van oen voorstel tot wijziging van da heffingsverordening op de straat- en rioolbelasting in uitzicht gesteld, zulks in verband met noodzakelijk geachte opvoering van de tarieven. Uw college werd met genoemde nota ingelicht omtrent de omstandigheden, welke ons - in het kader van het algemeen financieel beleid - tot dit voorstel aan leiding hebben gegeven. Een korte samenvatting van bedoelde beweegredenen moge hier nogmaals volgen. Bij de behandeling van verzoeken cm subjectieve verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt als primaire eis gesteld de benutting van de eigen inkomstenbronnen tot algemeen aanvaarde normen. In de circulaire van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 15 juni 1960 G.nr.55556 werd mededeling gedaan van de nadere richtlijnen van de minister van binnenlandse zaken, aan de hand waarvan de aanvragen om subjectieve verho ging voor de jaren 1959 on 1960 zullen worden beoordeeld. De minimum-opbrengsten van de straat- en rioolbelasting, waarmede rekening zal worden gehouden bij de behandeling van de aanvragen, worden bij deze richt lijnen als volgt vastgesteld: s traatbelasting gebouwde eigendommen 10fó\ n -ldvan de kadastrale onbrengst: ongebouwde eigendommen 5/° rioolbelasting: gemiddeld 25.- per annsluitbaar perceel,ver meerderd met evenredige bijdragen van fabrieken e.d. welke tot de zgn. grote vervuilers behoren. Oen aanzien van de thans geldende tarieven kan worden opgemerkt: straatbelasting gebouwde eigendommen: het tarief bedraagt 6fc van de kadastrale opbrengst en is sedert 1 januari 1951 on- gewij zigd gebleven straatbelasting ongebouwde eigendommen:de heffing van straatbelasting van onge bouwde eigendommen is destijds achterwege

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 783