Bijlagen 1960,no.479 -2- gelaten gezien de relatief geringe opbrengst (te ramen op 5»000,-) en de onevenredig hoge perceptiekosten in verhouding tot de opbrengst (ge middelde van de aanslagen 0.25 per perceel) rioolbelasting: bij de toekenning van de subjectieve verhogingen voor de jaren 1953, 1954 en 1955 werden destijds als voorwaarden gesteld de invoering van een rioolbelasting tot gemiddeld 15.- per aan- sluitbaar perceel en de invoering van de heffing v.an straatbe lasting voor ongebouwde eigendommen (5%). Aan deze voorwaarden werd voldaan door incorporatie van de riool belasting in de straatbelasting door verhoging van. het heffings percentage van 6% tot 12-^o. Met de gecombineerde straat- en rioolbelasting werd naast de normale opbrengst aan straatbelasting een opbrengst aan rioolbelasting verkregen van gemiddeld 15.™ per perceel, terwijl tevens een bedrag, gelijk aan de opbrengst bij hef fing van 3% straatbelasting van ongebouwde eigendommen, geacht kon worden daar in te zijn begrepen. Opvoering ven deze belastingen tot de nieuw vastgestelde minima wordt niet als voorwaarde gesteld voor toekenning van subjectieve verhoging over de jaren 1959 en 1960, maar met een theoretische opbrengst bij de voorgeschreven minimum-ta rieven wordt bij de vaststelling van het basisbedrag rekening gehouden. De ge meente is vrij om op andere wijze in dekkingsmiddelen tot dit bedrag te voorzien, doch de ontbrekende mogelijkheden daartoe dwingen tot opvoering van de genoemde belas tingtarieven Overeenkomstig de nieuwe normen zal het tarief der straat- en ?cioolbelasting als volgt moeten worden verhoogd: straatbelasting van 6% op 10% M5 in totaal van 12-^% op afgerond 21% rioolbelasting van 64% opg™ x 6-g%) 11% In dit tarief kan geacht worden begrepen te zijn een heffing van 5% straatbe lasting van ongebouwde eigendommen. Buiten beschouwing is echter nog gelaten de eis, dat bovendien een evenredige bijdrage moet worden geheven van fabrieken en inrichtingen, welke tot de zogenaamde grote vervuilers behoren. Aan deze heffing zijn tal van moeilijkheden verbonden, die een nadere bestudering vragen, en waarop wij te zijner tijd zullen terugkomen. De opbrengst van de gecombineerde straat- on rioolbelasting word voor 1961 ge raamd op 720.000.-; bij de nieuwe tarieven is de opbrengst globaal te stellen op 2l/l2y x 720.000.- 1.200 000.-, derhalve een meeropbrengst van 430.000,-. Uw college moge worden voorgesteld te besluiten tot verhoging van hot tarief der straat- en rioolbelasting tot 21% van de belastbare opbrengst gebouwd en deze heffing te doen ingaan per 1 januari 1961. Een ontwerp-wijzigingsverordening, waarin de tariefsverhoging benevens een enkele technische wijziging is verwerkt, gaat ter vaststelling liierbij. Ter verduidelij king is een exemplaar van de huidige verordening, waarix met rood de bedoelde wijzigingen zijn aangebracht, bijgevoegd Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris Ter visie m de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 784