900
150
6-
Aantal huwelijken: In de gemeente Breda traden in de periode 1951 - 1955
gemiddeld 777 paren in het huwelijk; in de periode 1956 - 1959 was dit
gemiddeld 825. Aangezien ten gevolge van de hoge naoorlogse geboorten
rekening moet worden gehouden met een huwelijkshausse, die omstreeks
1964 zal aanvangen, en het aantal huwelijken voorts zal blijven toe
nemen ten gevolge van de uitbreiding van de bevolking in haar geheel,
moet het verantwoord worden geacht het aantal huwelijken voor de perio
de 1960 - 1965 te stellen op gemiddeld 850 per jaar. Gemiddeld 19j7a>
der huwenden pleegt zich buiten de gemeente Breda, te vestigen. Dat zal
dus in de periode 1960 - 1965 een jaarlijks terugkerende behoefte van
680 woningen betekenen.
SamenwoningenLandelijk wordt het aantal traditionele samenwoningen
algemeen gesteld op 2c/o van alle woningbehoevenden bij een vooroorlogse
woningmarktsituatie. Men moet echter aannemen dat de bereidheid om
samen te wonen ten gevolge van huurverhogingen enigszins groter zal
worden, terwijl een eventuele dalende conjunctuur deze bereidheid nog
zal vergroten. Voor Breda menen wij het aantal traditionele samen-
woningen op 2te mogen stelleny zulks op basis van de woningtelling 1956.
Vestigingsoverschots Over de periode 1951 - 1956 bedroeg het vestigings
overschot aan gezinnen gemiddeld 105 per jaar. Voor de jaren 1956 -
1959 bedroeg dit gemiddeld 132. Voor de eerstkomende jaren ware dit
te stellen op 120.
Vrijkomende woningen; Het aantal woningen dat wordt ontruimd ten gevolge
van overlijden ware overeenkomstig de door het C.B.S. en het ministerie
van volkshuisvesting en bouwnijverheid gevolgde berekeningswijze gelijk
te stellen aan 4Cfc van het aantal gevallen van overlijden.
Afname woningvoorraadKrotopruiming, sanering, verkeersverbeteringen,
cityvorming, onttrekking van woonruimte aan haar bestemming, normale
vervanging van oude woningen, brand en ontsplitsing van duplexwoningen
e.d. doen de woningvoorraad afnemen en scheppen nieuwe behoefte aan
woningen. Op basis van ervaringscijfers lijkt het verantwoord deze ver
mindering van de woningvoorraad voor Breda op 150 woningen per jaar
te stellen.
Woningurodukties In de periode 1956 - 1959 heeft de woningproduktie
gemiddeld 965 woningen bedragen. Behoudens belemmerende factoren op
financieel - economische en stedebouwkundig gebied of op het stuk van
toewijzing van bouwvolume moet het mogelijk worden geacht ook in de
toekomst jaarlijks 900 of meer woningen te bouwen.
Op grond van bovenstaande beschouwingen kan het volgende overzicht
worden opgesteld:
Jaarlijkse woningbehoefte ten gevolge van huwelijken 680
Traditionele en voorlopige samenwoningen 20 -
Vrijkomende woningen
Vestigings overschot gezinnen
660
120
780
280 -
500
Woningproduktie
Krotopruiming, sanering, vervanging e.d.
Netto toename woningvoorraad
Jaarlijks inhaal woningtekort
750
circa 250 woningen