-9- Aangenomen mag worden, dat deze herwaardering van het eigendomsrecht in de onderwerpelijke sector de zelfwerkzaamheid, de vindingrijkheid en het eigen verantwoordelijkheidsbesef van de woningzoekenden alsook de bereidheid van bewoners van particuliere woningen tot het verlenen van inwoning zal stimuleren. In ons toekomstig huisvestingsbeleid stellen wij ons dan voor de na volgende interne richtlijnen te hanteren: 1evenmin als niet-ingezetenen, die niet als kostwinner van een gezin in het arbeidsproces in Breda hun voornaamste bron van inkomen vin den, worden alleenstaanden als woningzoekend ingeschreven; 2. ieder, die woonrechten te Breda heeft en een woning koopt om deze met zijn gezin te gaan bewonen, ontvangt vergunning (ook als hij niet de eerste bewoner is); 3. het als woningzoekend geregistreerde gezinshoofd, dat een bereid verklaring weet te verwerven, mag zich verzekerd weten van een ver gunning tot het bewonen van (het deel van) het pand waarop de bereid verklaring betrekking heeft; 4. inwoning wordt alleen in zeer exceptionele gevallen gevorderd; 5. woningclaims worden aan andere gemeenten niet verleend; zij worden ook niet gevraagd; 6. tegen het onttrekken van woonruimte aan zijn bestemming wordt in het algemeen geen bezwaar gemaakt, indien de verzoeker kan aantonen dat zijn zakelijke belangen zulks dringend vorderen en de gemeente niet wordt belast met verplaatsing van bewoners; bezwaar wordt zeer zeker niet gemaakt indien het verzoek tot onttrekking een onvolwaardige woning betreft dan wel indien de onttrekking van woonruimte gepaard gaat met een verbouwing, die het aanzien van de omgeving verhoogt; 7. degene, die binnen 2 jaren na het aangaan van een arbeidscontract de hem i.v.m. dat contract toegewezen dienstwoning moet verlaten, is voor het verkrijgen van andere woonruimte op eigen initiatief aan gewezen. De z.g. vrije vestigingsregeling, die in het verleden is geïntroduceerd om een teruglopen van de plaatselijke bouwcapaciteit te voorkomen, zou den wij vooralsnog in de navolgende gesimplificeerde redactie willen handhaven: 1. de eerste bewoner van een in de vrije sector gebouwde woning mag rekenen op een woonruimtevergunning, ook indien hij geen economische belangen te Breda heeft; 2. bij de oplevering van een complex van meer dan 4 voor de verhuur be stemde premiewoningen, kan de verhuurder, behoudens toestemming van ons college bij dreigende leegstand 25; van hec aantal dier woningen ook verhuren aan een eerste bewoner, die in Breda geen economische belangen heeft. De in enige der bovenstaande richtlijnen geprojecteerde grotere souplesse impliceert een liberalisatie van het huisvestingsbeleid vooral t.a.v. andere dan woningwetwoningen, betekent een krachtiger honoreren van het particulier initiatief in het bijzonder bij de bevrediging van de woon ruimtebehoeften van anderen dan financieel zwakke woningzoekenden. Aan de oplossing van de woningnood van die categorieën van woningzoeken den, waarbij de woningnood nog steeds nijpend is en o.a. de financiële draagkracht beslist onvoldoende is om op de vrije woningmarkt woonruimte te kunnen verwerven, blijft ons college echter bijzondere aandacht be steden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 796