-12- ciperen in de verantwoordelijkheid voor het huisvestingsbeleid. Wij zijn er echter van overtuigd, dat een huisvestingscomraissie, die redelijk en rechtvaardig en met inachtneming der bestaande voorschriften oordeelt, tot vrijwel dezelfde adviezen zal geraken als ons thans bereiken. Omdat wij het praktische nut van zulk een commissie niet vermogen te zien, kunnen wij niet tot instelling van een dergelijke commissie besluiten. Aan een mobiel beleid bij de toewijzing van woonruimte zou een huisves tingscomraissie zeer in de weg staan.In genen dele onderschrijven wij de opvatting, dat beleidsvragen i.v.m. veranderingen in de woningnood en in de deze nood constituerende factoren eerder zullen kunnen worden beantwoord indien wordt geadviseerd door een huisvestingscommissie dan zonder medewerking van een huisvestingscommissie. Ook zonder huisves tingscommissie volgen wij, veelal steunend op adviezen van terzake dili gente ambtelijke deskundigen, de ontwikkeling van de woningnood op de voet. IVBeantwoording van vragen over toepassing huurwet. Vanuit Uw raad zijn ons vragen gesteld over aantal en soort van kamer verhuurbedrijven in Breda, over de toelaatbaarheid van het soms hoge huurpeil en de toestanden op het gebied van hygiëne en zedelijkheid in die bedrijven. Er zijn in Breda ongeveer 70 pensions. Pensionprijzen zijn vrij sedert 1950. De huurwet is op pensions niet van toepassing. kamerverhuurbedrijven vallen wel onder de huurwet. Ook op de talloze gevallen, waarin al dan niet gestoffeerde of gemeubileerde kamers zonder verdere dienstenverlening worden (onder)-verhuurd, is de huurwet van toepassing. Bij het vaststellen van betalingsverplichtingen ex artt. 6 of 9 der huur wet heeft de gemeente, zoals bekend, geen enkele taak of bevoegdheid; betrokkenen dienen zich ter advisering over of ter vaststelling van hun betalingsverplichting tot de huuradviescommissie of de rechter te wenden. Medio juni 1959 is door ons college opdracht gegeven te onderzoeken of de plaatselijke logeerinrichtingen voldoen aan de eisen, die uit een oogpunt o.a. van volksgezondheid en brandveiligheid in de bouwverordening gesteld zijn. Dit omvangrijk onderzoek is nog niet beëindigd. Aan verordeningen op het verhuren van kamers e.d. is, binnen de grenzen van 's-raads bevoegdheden, geen behoefte; bouwverordening en ten dele a.p.v. geven voldoende ordening. Ook zijn vragen gesteld over de huurprijzen van krotwoningen in parti culier bezit. Wij beschikken over onvoldoende gegevens om een min of meer volledig overzicht over de huurprijzen van krotwoningen in particulier bezit te kunnen fourneren» Wel hebben wij de indruk, dat er weinig krotironin- gen meer zijn waarvoor een te hoge huurprijs berekend wordt. De huurders wisten gewoonlijk de weg naar de corrigerende overheid wel te vinden. Indien echter van gemeentewege geconstateerd wordt, dat een woning - hoewel niet onbewoonbaar verklaard - ongeschikt is ter bewoning, en het niet redelijk of mogelijk is het pand door het aanbrengen van verbete ringen in bewoonbare staat te brengen, zullen wij voortaan eigener bewe ging een ministeriële verklaring als bedoeld in artikel 5, lid 2, der huurwet trachten uit te lokken. Het effect van een ministeriële verklaring

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 799