-15-
Ho of cl en van huishoudens Alle ens t aand en
heneden 3.000,- 28,5 ch 64,4
3.000,- - 6.000,- 52,1 27,4
6.000,- - ƒ10.000,- 15 ft 6,7
ƒ10.000,- en meer 4.4 1.5
Totaal 100 100 fo
Vanuit Uw raad is gevraagd inzicht te geven in de oorzaak van de stijging
der stichtingskosten van de prontowoningen waardoor een deel van deze
woningen thans buiten het financieel bereik van hen die normaliter op
woningwetwoningen zijn aangewezen, kwam te liggen.
Tot goed begrip van de zaak lijkt het dienstig de situatie en de omstandig
heden leidende tot en ten tijde van het aangaan van het basiscontract voor
de genoemde woningen te releveren.
Toen al in de loop van 1954 bij de aanbesteding van enkele kleinere com
plexen in het Heuvelkwartier vastgesteld moest worden, dat het als gevolg
van de discrepantie tussen de gestegen bouwkosten en de door het rijk bij
de goedkeuring van bouwplannen gehanteerde curveprijs, praktisch ondoen
lijk was geworden dergelijke projecten nog als woningwetbouw te realiseren,
moest naar andere middelen worden uitgezien om de volkswoningbouw op gang
te houden.
Pogingen daartoe zouden moeten gaan in de richting van continu-opdrachten,
eventueel gepaard aan systeembouw, aangezien hiervan naast opvoering van
de capaciteit in de woningbouwproduktie ook een mogelijkheid tot verlaging
van de bouwkosten werd verwacht. Onderhandelingen met het bouwbedrijf Van
Eijkelenburg in de loop van 1954/1955 leidden tot een bevredigend resultaat
in dien zin, dat vanaf het begin van 1956 in successie enkele complexen
van totaal 590 woningen in het Brabantpark en 168 won.in Boeimeer tot stand kwamen.
Daartoe van de zijde van het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijver
heid geanimeerd, en nadat de grootste gemeenten in den lande hierin waren
voorgegaan, hebben zoals U bekend de 4 grote gemeenten in Noord-Brabant
in de eerste helft van 1956 plannen ontwikkeld voor de bouw van rond 5000
woningen in de loop van 5 jaren, voor elke gemeente dus 1250 woningen, welke
plannen hebben geleid tot het aangaan van het basiscontract voor de pronto-
woningen krachtens raadsbesluit van 9 mei 1956 en afgesloten op 25 augustus
1956.
Werden van deze vorm van continu-, gepaard aan systeembouw reeds de boven
aangegeven voordelen verwacht, op het aangaan van het contract is vooral
ook van invloed geweest de door het ministerie van volkshuis'vesting en
bouwnijverheid in uitzicht gestelde extra toewijzing van bouwvolume van
tenminste 25/=. Deze toezegging is op grond van de gewijzigde omstandigheden,
met name de binding van uit te voeren woningwetbouwplannen aan financiering
met rijksvoorschotten, niet gehonoreerd.
Voor de prontobouw is ten volle over het normale woningcontingent beschikt
moetan worden,hetgeen ons uiteraard sterk heeft belemmerd in de uitvoering
van andere bouwplannen, terwijl herhaalde beroepen om de gewekte verwach
tingen te honoreren nimmer tot resultaat hebben geleid.
Bij de eerste besprekingen voor de bouw van deze 5000 woningen zijn door
de betrokken architect huurprijzen genoemd, die_omdat zij wel lagen in de
orde van grootte van tot dan toe bekende huurprijzen van woningwetwoningen -
in de voorstellen aan de raad tot het aangc?_an van het basis contract, met
enige afronding naar boven zijn overgenomen.
Achteraf bezien zijn deze huren toen te gunstig voorgesteld. Met name zijn
in ons voorstel tot het aangaan van het contract huren vermeld van