Lasten /oor gas werd Lig de Legroting I960 uitgegaan van een geraamde kolenprijs van 57.- per ton, voor 1961 van 55.-. Vanwaar dit verschil? Hoe groot was in dit jaar 1960de werkelijke prijs per ton? Volgno.18 Voor materialen Ledroeg de rekening in 1959 2.160.758.93 De Legroting voor 1960 Ledroeg 1.500.000.- Voor 1961 is een raming voorgedragen van 1.4-90.569,-. Verzoeke een nadere verklaring. Volgno.22 Wat is de reden dat deze post ruim 3000.- hoger geraamd is dan vorig jaar? Hoe worden de contriLuties onder no. 2,6,8 en 16 van dit volgnummer bepaald? Waarom zijn deze zo hoog? (Samen 32.870.-) Is hiervan geen verlaging mogelijk? Volgno. 24 Het bedrag van f 25.000.- voor aanschaffing kantoormeubilair wordt wel erg hoog geacht. Wat moet van dit hoge bedrag worden aangekocht? Volgno. 36 De winstuitkeringen aan de gemeente van de drie bedrijven geven vanaf 1954be houdens kleine schommelingen, een regelmatige stijging te zien, de begroting 1961 thans tot ruim 650.000.-. Tot welke hoogte kunnen deze winstuitkeringen stijgen, alvorens tariefsverlaging wenselijk gaat worden, waarbij in overweging genomen wordt, dat deze bedrijven nutsbedrijven zijn? Zijn hiervoor ook richtlijnen gegeven door de minister? Voor 1961 wordt meer winst geraamd van in totaal 244231.-; voor gas wordt meer winst geraamd: 106552.-; voor elektriciteit 200176.-; voor water werd minder winst geraamd 62497.-. Hoe komt het dat de winst op water slechts op van de gemaakte winst 1959 wordt geraamd en op ruim 27*2^ van de begrote winst 1960? Werd er rekening gehouden met een mogelijke tariefsverlaging van elektriciteit, nu de winst ongeveer 2 1/3 maal zo groot werd geraamd dan in I960 en ruim 1^- keer zo groot als de gemaakte winst in 1959? Behalve verlengde afschrijvingsduur en samenvoeging van de begroting voor elek triciteit, gas en water, moeten toch nog andere oorzaken aan te wijzen zijn welke per jaar 3 gld. per inwoner meer winst zullen opleveren zonder tariefsverhoging. Gaarne duidelijke toelichting. De winstuitkering aan de gemeente door de bedrijven wordt 341231.- hoger ge raamd de,n in 1960; dit komt door de verhoging der normuitkering per inwoner van 3.50 op 6,50 te brengen. De diverse lasten zijn echter gelijk gebleven of hoger geworden. Hoe wordt verwacht, dat deze normverhoging gerealiseerd zal worden, zonder aan tasting ven de noodzakelijke reservering voor vernieuwing en uitbreiding? Kan er een opgave verstrekt worden van vergelijkbare gemeenten van de winst per inwoner van de nutsbedrijven? Pag.24 Onderaan, Bij de stelpost staat: "Ha 1 jan,1960 getroffen maatregelen of nog te treffen maatregelen, Hoe groot is de stelpost alléén voor de nog te treffen maatregelen? Welke maatregelen heeft men hierbij op het oog? Staten van activa (blz.130/l32. In deze staten zijn bij de renteberekeningen over 1961 "rentecorrecties" toege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 830