-15- DIENST DER BEPLANTINGEN In het antwoord op het centraal rapport 1960 (pag.27) is de gedachte naar voren gekomen om de grondexploitatie in groter verhand te zien. Gezien de grote ongelijkheid in de grondprijzen van de onderscheiden uitbreidingsplannen klemt dit vraagstuk temeer. Hoe is de mening van burgemeester en wethouders hieromtrent en welke plannen bestaan er ten aanzien van de naaste toekomst? Op do in het oentraal rapport 1960 gemaakte opmerking of burgemeester en wet houders mogelijkheden zien om ófwel te komen tot uniforme bouwrijpe grondprij zen, danwel tot oen differentiatie, welke correspondeert met het te verkrijgen woongenot werd geantwoord; "Wij hebben ons afgevraagd."Onze gedachten gaan in de richting van,..." "Wellicht is het dan mogelijk..,," Gaarne zal thans worden vernomen wat op dit punt is of zal worden gedaan. Toor het bouwen van woningen in eigen bezit voor de categorie der kleine bou wers is de regelmatig gehoorde klacht dat er voor hen niet alleen geen grond tegen een enigszins redelijke prijs ter beschikking is, maar dat er in het ge heel geen grond, beschikbaar is. Wat denken burgemeester en wethouders hieraan te doen? Baten Vclgno.9 Op blz.243 wordt in de toelichting onder de nos.2,3,4,5/16,27 en 29 de grootte in m2 en de waarde aangegeven voor de terreinen van de erfpachter Schuurink. Waarom zijn deze - voorat de waarde per m2 betreft - zo verschillend, varië rende van 2,90 tot 5.50? lasten Tolgno10 Bij de cmschrijving der Dasten staat rente in rekening courant met de gemeente een bedrag van 56.301.17. Yorig jaar was dit bedrag 15.115.- Thans voorgedragen 16,000.-. Graag nadere verklaring hierover. Algemeen. Een woord van lof, naar meerdere malen gehoord werd, ook van vreemdelingen, is hier wel op zijn plaats voor het keurige onderhoud van parken en plantsoenen in onze stad, ondanks het feit dat door een gestadige uitbreiding van de opper vlakte plantsoen deze dienst zich een steeds groter taak ziet toegewezen. Ook buiten diensttijd tracht de directeur nog begrip te krijgen voor het stedelijk natuurschoon door zijn voordrachten over; "Onze parken en plantsoenen". Mogen deze voordrachten aan ruim een honderdtal onderwijskrachten gegeven, mode in het kader van de jeugdnatuurwacht ertoe bijdragen dat onze parken en plantsoenen steeds neer verschoond mogen blijven van vernieling en rommel. Bij de aanleg wordt echter niet overal even doelmatig tewerk gegaan. In meerdere delen van nieuwbouw-'wijken zijn groenstroken aangelegd aansluitend aan en parallel- lopend met de trottoirs voor de huizen,waardoor deze voor de dagelijkse leve ranciers pas net veel omslag bereikbaar zijn. De weg van de minste weerstand wordt gekozen en men loopt dan maar dwars over de groenstrook heen. Wat denken burgemeester en wethouders hieraan te doen? Er liggen in de stad nog verschillende stulcken grond braak dio kennelijk bedoeld zijn voor plantsoenen of groenstroken. Het zal daarom aanbeveling verdienen om een en ander eens te doen nagaan zodat deze stoorniswekkende onverzorgde stukken grond worden bewerkt voor het doel waar voor deze bestemd zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 837