GEMEENTE BREDA
volgno. 13 der agenda
Bijlagen 1960
10 februari 1960
AZ/2101
nr. 54
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het instellen van een onderzoek naar de structu
reel- economische situatie van Breda door het
E.T.I. voor Noord-Brabant
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In zijn rede bij gelegenheid van de jaarwisseling heeft de voorzitter van ons
college er o.a. in verband met het moeizaam verlopen van de industrialisatie
in deze gemeente bereids op gewezen, dat wij ons ten aanzien van een urgentier^ogram
voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid op korte termijn aan de hand
van een inventariserend voor-onderzoek willen beraden.
Daartoe is inmiddels overleg gepleegd met de directeur van het Economisch Tech
nologisch Instituut voor Noord-Brabant, waarbij naar voren is getreden, dat
voor Breda momenteel behoefte bestaat aan een onderzoek als bovenbedoeld, een
lokalisering dus en de concrete aanduiding van de vraagstukken, welke in de
structureel-economische situatie van Breda te onderkennen zijn.
De ontwikkeling van de stad roept in meerdere opzichten vragen op, waarvan wel
een der voornaamste is, hoe het moet worden verklaard dat het inwonertal van
Breda zich voorspoedig ontwikkelt, terwijl de groei van de werkgelegenheid in de
industrie kennelijk achterblijft. De toeneming van de uitgaande pendel in de
laatste tijd is hiervoor een duidelijke aanwijzing.
Voor het gemeentelijk welvaartsbeleid is het van essentiële betekenis niet al
leen om deze ontwikkeling zelf te zien en in zijn onderdelen te kennen, maar
ook om de achtergronden daarvan te achterhalen.
Hiervoor zou in de eerste plaats een grondige inventarisatie van de bestaans-
bronnen der bevolking, ongeacht of deze binnen of buiten de stad werkt, moeten
worden samengesteld. De aandacht moet daarbij niet beperkt blijven tot de in
dustrie, omdat ook de veelzijdige verzorgingsfunctie van een centrumgemeente als
Breda als bron van werkgelegenheid niet is te verwaarlozen.
Met het E.T.I. zijn wij vin oordeel dat zou moeten worden begonnen met een inventariserend
vooronderzoek, hetwelk in eerste instantie zal bestaan uit het verzamelen van die
gegevens welke een inzicht kunnen verschaffen in de economische structuur van de
gemeente, In een volgend stadium kunnen deze gegevens worden gegroepeerd en in
onderling verband gebracht, teneinde aldus een beeld te geven van de samenhang
der verschillende sectoren van het gemeentelijk economisch geheel.