-11-
(spitsbelasting) niet kan beïnvloeden.
De kostprijs van de af te geven kWh in de nacht is als volgt te stellen:
a. vergoeding kWh 0.3500 cent
b. kolentoeslag, afhankelijk
v.d. kolenprijs, momenteel
per kWh 2.8000 cent
3.1500 cent
c. netverliezen 6y~< 0.1890 cent
3.3390 cent
d. omzetbelasting 1/19 0.1757 cent
3.5147 cent (voor verbruikers boven 6000
kWh per jaar)
Wij verwachten niet, dat boilers veel zullen worden toegepast, gasgeisers zijn
nl. belangrijk voordeliger.
Dit neemt niet weg, dat wij wel voornemens zijn het stroomverbruik tegen nacht-
stroomtarief te bevorderen. Wij achten het evenwel gewenst de propaganda voor
deze vorm van stroomverbruik nog enige tijd uit te stellen, nl, totdat de toon-
frequente afstandsbesturingsinstallatie in bedrijf is gesteld, Deze biedt nl. de
mogelijkheid om de nu in gebruik zijnde schakelklok.en te vervangen door een op af
stand. te bedienen, meer efficiënte schakelapparatuur.
Bij het bestaande hotel-café-restaurant-tarief is het hoogtarief gesteld op 23
cent per kWh. hetgeen 3 cent per kWh, lager is dan het lichttarief. Voor het
laagtarief geldt een kWh.-prijs van 14~t cent.
het nachtstroomtarief is alleen bestemd voor toestellen die gedurende de volle
nachturen ingeschakeld zijn zoals boilers en elektrische radiator-kachels.
Voor 1960 werd uitgegaan van een kolenprijs van 67,- per ton; voor 1961 werd
deze prijs begroot op 53?- per ton. Het gevolg hiervan is dat aan de grootver
bruikers contractueel geleverd moet worden voor gemiddeld 6,9009 ct. per kWh.
tegen 7,77 cent voor 1960. Dit maakt ongeveer een bedrag uit van 256.000,-.
Het is niet juist in dit verband van een reductie te spreken.
In het met de ii.V.Hero gesloten contract is bepaald, dat zij o.m. voor
iedere m3 water 0,1 ct, moet betalen voor iedere 1,- of gedeelte van een gulden
van de aan de staatsmijnen betaalde kolenprijs per ton franco wissel Dorst,
Aangezien is aangenomen dat de kolenprijzen zullen dalen is bij het maken van
de begroting van de wateropbrengst N.7.Hero,rekening gehouden met deze verlaging.
Het is niet juist de tarieven van de kleinverbruikers zonder meer in vergelij
king te brengen met die van de grootverbruikers. Het uitgangspunt voor de kost
prijsberekening van beide verbruikersgroepen is zeer verschillend; de huishoude
lijke verbruikers zijn relatief veel duurder voor het bedrijf,
In de waterverordening wordt met opzet gesproken over een abonnementsverbruik
van 15 m3 per kwartaal en niet van 60 m3 per jaar. Het tarief is nl. gebaseerd
op een gelijkmatige afname. Een afname, die afwijkt van het gemiddelde, vraagt
een grotere productie-en distributiecapaciteit en daarin dient derhalve een
bijdrage te worden verleend boven die voor het gemiddelde vermogen,
Volgno. 5
Op grona van artikel 19 van de gasverordening, artikel 13 lid 2 van de waterver
ordening en artiicel 26 lid 2 van de stroomverordening, wordt bij 2e aanbieding
van de verbruikskwitantie 0,10 en bij 3o aanbieding 0,60 voor incassokosten
aan de verbruiker in rekening gebracht.