Vplano582b
In de raadsvergadering van augustus j.l. is uitvoerig van gedachten gewis
seld over het subsidie, bestemd voor bijzondere culturele doeleinden, naar
aanleiding van ons voorstel (bijlagen no.391wijziging te brengen in het
subsidiesysteem met betrekking tot de uitkoopverenigingen.
Wij hebben ons toen op het standpunt gestold dat wat de uitkoopverenigingen
betreft deze in eerste instantie een verdere stijging van de uitgaven dienen
op te vangen.waarbij -wij rekening hielden met het feit, dat de tekorten van
de uitkoopverenigingen niet alleen door de stijging van de uitkoopsommen
groter werden maar ook tengevolge van een dalend bezoek aan de uitvoeringen.
Wij hopen dat van de nieuwe regeling een stimulerende werking uitgaatwes
halve wij menen vooralsnog het voor de uitkoopverenigingen bestemd bedrag
niet te moeten verhogen.
Vooralsnog worden terzake van de toneelsubsidies dezelfde financiële ge
gevens gevraagd, als voorgaande jaren het geval was. Voor een goed inzicht
is het noodzakelijk over de gevraagde specificaties te beschikken,
Volgno.5£<
Kunstwerken werden in 1959 niet aangekocht.
In 1960 (tot en met september) werd een drietal kunstwerken aangekocht.
De tekening "Loggia dei Lanzi" van P.Citroen;
een paar antiek zilveren suikerbussen, Breda anno 1692 - in bruikleen afge
staan wan de vereniging stedelijk museum;
en het ontwerp metaalplastiek, bestemd voor de g.l.o.-school aan de Bever-
weg - van A.van de IJssel.
Het overzicht van het gemeentelijk kunstbezit is - op een aantal aanvullin
gen en wijzigingen na - gereed gekomen. Het overzicht bestaat uit een kaart
verzameling, welke door belangstellende raadsleden op de secretarie ingezien
kan worden.
Volgno.590
In de naamgeving "De Beyerd, Cultureel Centrum" heeft van het begin af aar-
bij ïïw raad de doelstelling voorgezeten, om de aandacht zoveel mogelijk
gelijkelijk over alle kunstuitingen te verdelen. In het beleid en de pro
grammering; heeft dit ook steeds zijn weerslag gevonden. Met name is er naar
gestreefd om naast de tentoonstellingen door middel van de Beyerdavonden
en andere activiteiten en voorts door beschikbaarstelling van ruimtelijke
accommodatie het begrip cultureel centrum zoveel mogelijk te verwezenlijken.
Dit streven kon echter toch niet in alle instanties ten volle gerealiseerd
worden, omdat de algemene accommodatie van het gebouw een vrij groot accent
op de tentoonstellingen nu eenmaal impliceert. Het grootste deel van de
zaalruimte is nu eenmaal primair ingericht als tentoonstellingsruimte.
Op de vraag of het accent op de tentoonstellingen nu niet al te zwaar is,
kan wellicht, en met reden, bevestigend geantwoord worden. Indien men
uitgaat van de gedachte aan een zo veelzijdig mogelijk cultureel centrum,
dan wordt verhoudingsgewijs,ook in budgettair opzicht, het meest besteed
aan de beeldende kunsten. In de gegeven omstandigheden leek dit ook het
meest voor de hand liggend, omdat in de eerste plaats ervaring en praktijk
met dit instituut moest worden opgedaan. Wij kunnen U echter wel mededelen,
dat wij nu de tijd gekomen achten om ons nader te beraden omtrent het alge
mene beleid, toegespitst met name op de kwestie van de verhouding van de
verschillende kunstuitingen onderling in dc activiteit van De Beyerd» Wij
zullen dan trachten de functie van De Beyerd te bezien in het geheel van
de culturele activiteiten, die met behulp van of door de gemeente worden
mogelijk gemaakt. Tot zolang': zullen wij U een antwoord, dat immers in dit
stadium nog niet van een eventuele remedie vergezeld kan gaan, moeten voor-