volgnr. 6 der agenda -2-
8a)Kinderen Luyckx, wonende Willem van Oranjelaan 19, Breda,eigenaren van de
percelen kadastraal bekend gemeente Breda sectie E,nos, 598, 599, 3312,
329129, 23 en 31
9) H.C.J.Oomen, wonende Willem van Oranjelaan 41, Breda, eigenaar van de perce
len kadastraal bekend gemeente Breda sectie E,368Q, 124, 125, 3391, 3392,
3393, 3394, 11, 610, 609, 608, 607, 140, 2699, 2030 en 613;
10) Kej.E.L.Bastiaansen, wonende Burg.Kerstenslaan 11, Breda, en
10a)Mej.C.Bastiaansen, wonende Burg.Kerstenslaan 11, Breda, eigenaresse van de
percelen, kadastraal bekend gemeente Breda sectie E,nos. 62, 51 en 47»
11) L.PLauwerijssen en A.N.Lau\rerijssen - Bastiaansenwonende Burg.Kerstenslaan
10, Breda, eigenaren van het perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectic
E,no. 4153;
12) J.Beekers, wonende Liesboslaan 32, Breda, pachter van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Princenhage sectie I,no. 2992, Op de ter visie gelegde teke
ning no. 15318c zijn de percelen hiervoor genoemd in diverse kleuren aange
duid. Do daarop vermelde nummers corresponderen met do nummers van de be
zwaarschriften.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van deze bezwaarschriften merken wij het
volgende op:
De bezwaarschriften vermeld sub 1 en 9 zijn niet, zoals de wet voorschrijftge
richt tot Uw raad., doch tot ons college. Jij zijn evenwel van mening, dat zij
dienen te worden beschouwd als te zijn ingediend bij Uw raad.
Het bezwaarschrift vermeld sub 12 is eerst op 5 augustus 1960, derhalve ge
ruime tijd na afloop van de wettelijke termijn, ingediend.
Reclamant is daarom niet ontvanlcelijk in zijn bezwaren.
Alle reclamanten zijn belanghebbenden in de zin der wet.
Ten aanzien van het gegrond zijn van de bezwaren merken -rij het volgende op.
Ad 1De bezwaren tegen de bestemming, welke de percelen in het ontwerp-plan
Inrijgen worden niet omschreven.
De bestaande bebouwing van het perceel met woningen in rijenbouw is, uit
stedebouwkundig oogpunt bezien, geheel misplaatst. De grond is nodigvoor de
aanleg van een parkeerterrein ten behoeve van de geprojecteerde draf - en ren
baan. Daarom zullen de opstallen in de toekomst niet kunnen worden gehand
haafd. Algehele vernieuwing is derhalve niet gewenst. Op grond van de over
gangsbepaling in de bebouwingsvoorschriften is gedeeltelijke vernieuwing of
verandering toegestaan behoudens onteigening.
Indien do gemeente te zijner tijd tot realisering van het plan overgaat zal
zij de percelen aankopen of onteigenen, waarbij de eigenaresse haar schade
kan stellen.
Ad 2. De bezwaren van reclamant richten zich hoofdzakelijk tegen de bestemming
draf- en renbaan welke wordt gelegd op de hem in eigendom toebehorende per
celen. Haar aanleiding hiervan merken wij op, dat de ontwikkeling en groei
van een stad meer betekent dan een voorziening in de huisvesting.
De voorzieningen in de behoefte van recreatie en ontspanning zullen hiermede
gelijke tred moeten houden.
Het belang van dc geprojecteerde draf- en renbaan is van verder strekkende
betekenis dan voor Breda alleen. De thans gekozen situatie van het object
is de enig mogelijke, welke aan de te stellen eisen van een goede bereikbaar
heid ten opzichte van de stad, van andere delen van het land en van het bui
tenland voldoet. Hu er ten aanzien van de situatie van deze baan, welke
vroeger op het Chasseetexrein aanwezig was en waarvoor de gemeente reeds ette
lijke jaren een licentie bezit geen keus bestaat is het naar onze mening