volgnr.30 der agenda -3- Tevens wordt hij voorgedragen voor benoeming in tijdelijke dienst aan de gemeentelijke technische school m.i.v. 1 augustus 1960 voor de lessen montage aan landbouw-machinebankwerkerswaarvoor hij geen volledige bevoegd heid bezit. E, Voor een herbenoeming aan de gemeentelijke school voor scheepswerktuigkundigen wordt voor het cursusjaar 1960/1S61 ingaande 1 augustus 1960 en eindigende 31 juli 1960, voorgedragen: P, Dessens, voor een les wetskennis per week. De heer Dessens is reeds in vaste dienst verbonden aan de gemeentelijke school voor scheepswerktuigkundigen voor de vakken waarvoor hij bevoegd is. Voor de les wetskennis is hij niet bevoegd, waarom een aanstelling in tijdelijke dienst wegens gebrek aan bevoegde leerkrachten noodzakelijk is. P. Voor een benoeming in vaste dienst ingaande 1 augustus 1960 aan de gemeente lijke schooi voor scheepswerktuigkundigen, de gemeentelijke technische avond school en de O.B.A.O.-cursus wordt na een benoeming in tijdelijke dienst van een jaar voorgedragen de heer L.J. de Jonge in de functie van directeur der genoemde scholen. Bij het voorgeschreven geneeskundig onderzoek is hij geschikt bevonden. De benoemingen en herbenoemingen moeten alle geschieden onder voorbehoud, dat de voordrachten door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen worden goedgekeurd en op voorwaarde, dat aan de benoemden een getal lessen kan worden opgedragen, als in verband met de belangen van het onderwijs zal blijken nood zakelijk te zijn. Het advies van de directeur, waarin dat van de commissie voor het nijverheids onderwijs is vervat en de minuten van de ter goedkeuring ingezonden voordrach ten liggen ter visie in de raadzaal. Wij geven U in overweging overeenkomstig het bovenstaande te willen besluiten. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris Hoot: Krachtens artikel 23, lid 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burgemeester en wethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeuring van de minister van onderwijs, kun sten en wetenschappen. Voorts is in art.8, lid 1 van de verordening, regelende de samenstelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheids scholen, bepaald, dat de commissie voor het nijverheidsonderwijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 994