volgnr.31 der agenda Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeente raad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burge meester en wethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeuring van de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. In lid 1 van dit artikel is eveneens bepaald, dat in gevallen van spoedeisende aard, voor de duur van ten hoogste 3 maanden een leraar door burgemeester en wethouders kan worden benoemd. Voorts is in artikel 8, lid 1 van de verordening, regelende de samen stelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen (gemeenteblad no.39l), bepaa.ld, dat de Commissie voor het Nijverheidsonderwijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 996