gemeente Breda 196, aari de raad der gemeente Breda. F/14132 volgno. 43 der agenda no. 594 6 oktober 1961 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het garanderen van de tijdige betaling van rente en aflossing van een door de R.IÏ.Bouwvereniging Sint Joseph te sluiten geldlening met de iï.V. Bank voor Ïlederlandsche Gemeenten. In ons voorstel van 9 augustus 1961 (bijlagen 1961, no. 416) hebben wij U uitvoerig ingelicht over het plan tot de bouw van 52 premiewoningen door de R.K.Bouwvereniging "St.Joseph" Wij deelden IJ daarin o.m. mede, dat de voor de financiering der stichtings- kosten aan te trekken lening niet anders dan onder gemeentelijke garantie kan worden verkregen; op ons desbetreffend voorstel besloot Uw raad dan ook al in principe de betaling van rente en aflossing van een geldlening van maxi maal 700.000,- door de gemeente te garanderen. Inmiddels heeft de bouwvereniging van de N.V.Bank voor Ïlederlandsche Gemeen ten een aanbod ontvangen voor een lening van 712.000,-, zijnde het bedrag dat volgens de thans bekende kosten-gegevens geleend zou moeten worden, (Het in het raadsvoorstel vermelde bedrag van 700,000,- moet derhalve een weinig worden verhoogd). De voornaamste voorwaarden der lening zijn als volgts Koers 1 0C/>; Looptijd 50 jaren; Rente 4-5^ 's jaars, halfjaarlijks te voldoen; Aflossing in 50 gelijke jaarlijkse termijnen; Vervroegde aflossing: op 1 februari van de jaren 1972 tot en met 1976 a 10I2/J daarna a 101 cf>< /°9 Opneming op 1 november, 1 december 1961 enz. t/m 1 juli 1962 telkens 78.000,- en per 1 augustus 1962 het restant groot 88.000,-, Verder dient erop gewezen dat de Bank voor Ïlederlandsche Gemeenten recht van eerste hypotheek zal bedingen. In verband hiermede moet opgemerkt wor den, dat het oorspronkelijk de bedoeling was, dat de gemeente zich het recht zou voorbehouden om, bij nalatigheid van de bouwvereniging in de na koming harer betalingsverplichtingen, vestiging van het recht van eerste hypotheek te bedingen. Het is echter beter dat de geldgever het hypotheekrecht bedingt, omdat daardoor kosten worden bespaard, terwijl de zekerheid voor de gemeente daardoor niet wordt aangetast. Immers, als - door een of andere oorzaak - de gemeen te als borg zou worden aangesproken en de schuld van de bouwvereniging zou betalen, dan treedt zij in de rechten van de geldgever met inbegrip van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1004