gemeente Breda
aan de raad der gemeente Sreda.
volgno.7c der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van het onteigeningsplan "Hoge Vucht II".
Overeenkomstig ons voorstel bijlagen 1961, no. 411 heeft Uw raad op 16 augus
tus j.l. voorlopig goedgekeurd het onteigeningsplan Hoge Vucht II.
Ingevolge artikel 80 der onteigeningswet heeft dit voorlopig goedgekeurde plan
met de daarbijbehorende stukken met ingang van 1 september 1961 gedurende der
tig dagen voor eenieder ter inzage gelegen ter gemeentesecretarie. Zoals voor
geschreven en gebruikelijk is deze ter visie legging tevoren aan de ingezete
nen bekend gemaakt en aangekondigd in de in deze gemeente verschijnende dag
bladen "De Stem" en "De Bredasche Courant"
Van de gelegenheid bezwaren in te dienen is geen gebruik gemaakt,
Onder de volgnos. 29 tot en met 48 van de lijst van eigenaren behorende bij
het voorlopig goedgekeurde plan zijn een aantal percelen vermeld, welke op
het tijdstip van voorlopige goedkeuring nog eigendom waren van de stichting
"Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg" te Heerlen.
Deze percelen heeft de gemeente inmiddels door ruiling in eigendom verkregen,
zodat deze niet behoeven te werden onteigend. In de voor U ter visie gelegde
stukken is hiermede rekening gehouden.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor:
I. teneinde uitvoering te kunnen geven aan het uitbreidingsplan in onderdelen
"Hoge Vucht II", vastgesteld bij Uw besluit d.d. 16 augustus 1961 en aan enige
zeer kleine, aan dit uitbreidingsplan grenzende, gedeelten van de uitbreidings
plannen:
a."Kadijk 1956", vastgesteld bij Uw besluit d.d. 17 april 1957 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Ucord-Brabant bij hun besluit d.d. 14 augustus
1957, G no. 77980;
b. "Hoge Vucht I", vastgesteld bij Uw besluit d.d. 12 oktober 1960 en goedge
keurd door gedeputeerde staten van Foord-Brabant bij hun besluit d.d. 17
mei 1961, G no. 75453;
c. "Doornbos 1960", vastgesteld bij Uw besluit d.d. 17 augustus 1960 en goed
gekeurd door gedeputeerde staten van Koord-Brabant bij hun besluit d.d.
4 januari 1961, G no. 69301,
in het belang van de volkshuisvesting ten name van de gemeente Breda te ont
eigenen de percelen en perceelsgedeelten aangegeven op de ter visie gelegde
tekeningen nos15945 en 15945 A en vermeld op de eveneens ter visie gelegde
lijst van eigenaren, welke alle in het bij Uw besluit d.d. 16 augustus 1961
voorlopig goedgekeurde onteigeningsplan zijn begrepen;
II. in de onteigeningsprocedure het feitelijk in het bezit van de gemeente stel
len van de onder I bedoelde percelen en perceelsgedeelten overeenkomstig het
bepaalde in de artikelen 54a e.v. der onteigeningswet te vorderen;
Bijlagen 1961
no607
8 november 1961
V/23021