gemeente Breda bij volgno.17 der agenda Aan de raad van de gemeente Breda. Geven met verschuldigde eerbied te kennen ondergetekenden, allen bewoners van de Minister Nelissenstraat dat de lindebomen in hun straat een zodanige omvang en hoogte bereikt hebben, dat een groot gedeelte van het jaar zon- en daglicht niet in voldoende mate tot en in hun woningen kunnen doordringen; dat in die periode steeds vroegtijdig het kunstlicht in hun huizen ontstoken moet worden; dat de temperatuur binnenshuis dan beduidend lager ligt dan zonder de aanwe zigheid van deze bomen het geval zou zijn; dat door tekort aan zonnewarmte en daglicht de plantengroei in de voortuinen deerlijk belemmerd wordt; dat de vallende bladeren en vruchtdeeltjes gedurende de ganse zomer en ook in de herfst zo'n vreselijke overlast zijn geworden, dat het niet meer moge lijk is de voortuinen in behoorlijke staat te houden, waardoor het straat beeld in de zomer steeds meer achteruit dreigt te gaan; ua.t deze lindebomen tot overmaat van ramp bovendien in de zomer gedurende verscheidene weken zo overvloedig een kleverige stof afscheiden, dat wegdek, trottoirs en tuinhekken dan wel met lijm bewerkt schijnen; dat deze kleverige substantie dan natuurlijk naar binnen wordt gelopen en zich bovendien als een moeilijk afwasbare laag afzet op geparkeerde auto's en rijwielen. Redenen, waarom zij U, Edelachtbaar college, beleefd doch dringend verzoeken deze te grote bomen te laten rooien en te doen vervangen door een soort, die kleiner is en dat in de toekomst ook blijft. Met gevoelens van verschuldigde hoogachting, Breda, september 1961. Voor eensluidend afschrift, Be secretaris van Breda, w.g. Van Woensel, w,g. P.Gilles Minister Nelissenstraat 11 w.g. Joh.C, Mossou Minister Nelissenstraat 9. w.g, 53 andere ondertekenaars.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1043