volgno, 29 der agenda -4- zult begrijpen dat zowel de sociografische gegevens als het hieruit berekende aantal klaslokalen slechts als richtingbepalend kunnen worden aangemerkt en dat hieraan geen exacte waarde mag worden toegekend. Er is dan ook alle reden er reke ning mede te houden dat in de gegeven cijfers wijzigingen kunnen optreden. De berekende behoefte aan lokalen voor de r,k.kleuters, die in Breda-Noord naar verwachting zal bestaan, rechtvaardigt onzes inziens zeer zeker, dat Uw raad voor de stichting van een aantal r.k, scholen in de toekomst medewerking gaat verlenen, zonder dat bij de desbetreffende verzoeken ouderverklaringen worden overgelegd. Indien de in de vorige alinea bedoelde scholen zijn gebouwd en de schoolbesturen nog meerdere r.k.kleuterscholen wensen te stichten, zullen zij onzes inziens de behoefte aan deze scholen moeten aantonen middels over te leggen ouderverklaringen; deze gevallen zullen zich bij afronding van de wijk en het onderwijs gaan voordoen. Wanneer Uw raad in de toekomst aanvragen voor de bouw van r.k. kleuterscholen worden aangeboden zullen wij in onze preadviezen steeds eventueel gewijzigde omstandigheden aan U kenbaar maken en zullen wij U geval voor geval adviseren al of niet louter op grond van de sociografische gegevens medewerking voor school stichting te verlenen, niet-r.k.-kleuteronderwijs Het aantal kleuters waarvan vervracht wordt dat het een niet r.k.kleuterschool zal gaan bezoeken is zoals uit bovenstaand overzicht blijkt relatief klein; ten aanzien van deze groep is een juiste verdeling van de kleuters over de ver schillende soorten niet r.k. kleuterscholen niet eenvoudig aan te geven; dit wordt te meer moeilijk omdat zeer weinig of geen betrouwbare vergelijkings-percenta- ges voorhanden zijn; de belangstelling voor het niet-r.k. kleuteronderwijs ligt nl. in de stad van wijk tot xdjk verschillend, voor een belangrijk deel omdat er een nauwe correlatie bestaat tussen het bestaan van een bepaalde school en de belangstelling hiervoor (spreidingseffect). Bovenstaand overzicht geeft onder meer aan, dat men in geen enkele buurt voor het niet r.k. kleuteronderwijs tot meer dan één lokaal komt; voor het totaal aantal te verwachten niet r.k, kleuters zullen 5 klaslokalen nodig zijn. Niettegenstaande bovenvermelde moeilijkheden willen wij een verdeling van het aantal lokalen voor niet r.k. kleuters trachten te benaderen. Uit een onderzoek is ons gebleken, dat in de gehele gemeente &fo van alle kleu ters een protcbr.kleuterschool bezoekt; dit percentage toepassend op het totaal aantal kleuters, dat voor Breda-Noord wordt verwacht (l111 164 is 1275), heeft tot gevolg, dat naar raming goed 100 kleuters een prot.chr.kleuterschool zullen willen bezoeken, voor welk aantal een drie-tal lokalen nodig zal zijn. Het lijkt ons dan ook verantwoord, dat op grond van deze gegevens, op een even tuele aanvrage voor de stichting van een prot.chr. kleuterschool een gunstige be slissing wordt genomen, indien althans tevoren is gebleken,dat deze school kan worden beschouwd als zijnde representatief voor do verschillende protestantse gezindten ge zamenlijk. Mocht t,z,t. blijken,dat meerdere prot.chr.kleuterscholen gewenst worden, dan zou het schoolbestuur behoefte daaraan bij zijn aanvrage middels ouderverkla ringen moeten aantonen. Indien het aantal van 100 prot.chr,kleuters in mindering wordt gebracht op het totaal aantal te verwachten niet r.k.-kleuters (164), dan volgt hieruit, dat 64 kleuters naar raming in aanmerking zullen komen voor plaatsing op een niet- confessionele school, te weten een openbare of een bijzondere neutrale school. Dit aantal is te gering en er ontbreken ons - zoals uit vorenstaande is ge bleken - voldoende gegevens om zonder meer te kunnen concluderen, dat öf voor een openbare bf voor een bijzonder neutrale kleuterschool bf voor beide in Breda-Noord voldoende kleuters verwacht mogen worden. Niettegenstaande het gestelde in de vorige alinea achten wij het wel gewenst dat het gemeentebestuur zich uitspreekt over de vraag of in Breda-Noord een openbare kleu terschool wordt gesticht. Om de navolgende redenen menen wij op deze vraag een bevestigend antwoord te moeten geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1191