bij volgno. 36 der agenda
-3-
redding van drenkelingen. Indien de inrichting in afdelingen is gesplitst,
moet in iedere afdeling ten minste één gediplomeerd badmeester bij voort
during op de baders en zwemmers toezicht uitoefenen, steeds gereed en in
staat tot het verlenen van eerste hulp bij ongelukken, in het bijzonder
tot het toepassen van maatregelen tot redding van drenkelingen. Zo nodig
moet elke badmeester worden bijgestaan door een of meerdere assistent
badmeesters, die geoefende zwemmers en duikers moeten zijn. Bij ernstige
ongevallen dient onmiddellijk een medicus te worden gewaarschuwd.
13. Steeds moet voldoende en deugdelijk reddingsmateriaal en een in goede
staat van onderhoud verkerende verbandtrommel voor onmiddellijk gebruik
aanwezig zijn.
14. Bij de kleed- en toiletgelegenheden, welke voor dames en heren gescheiden
dienen te worden gehouden, moeten steeds een naar het oordeel van burge
meester en wethouders voldoend aantal gezaghebbende personen aanwezig
zijn, speciaal belast met het handhaven der orde bij die gelegenheden en
het schoonhouden daarvan.
15. Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor de hygiënische toestand of
de veiligheid bij het zwemmen ongunstig kunnen worden beïnvloed, dient
daarvan terstond kennis te worden gegeven aan burgemeester en wethouders.
16. De deelnemers(sters) aan het zwemmen of baden moeten gekleed zijn in aan
de eisen van goede zeden voldoend en volledig zwem- of badcostuum.
17. Het aan- en uitkleden in de zweminrichting moet geschieden in de daartoe
bestemde kleedhokjes, welke aan de binnenzijde behoorlijk afgesloten kun
nen worden en zodanig zijn ingericht, dat de zich daarin bevindende perso
nen van buiten af niet waarneembaar zijn,
18. In een kleedhokje mag zich tegelijkertijd slechts één persoon bevinden.
19. De damesafdeling moet geheel afgescheiden zijn van de overige afdelingen
voorzover het personen betreft ouder dan 12 jaar,
20. Indien en voor zover aan de inrichting een terras verbonden is voor het
gebruiken van spijzen en/of dranken, mogen personen zich daar niet anders
bevinden dan geheel naar de eisen der welvoeglijkheid gekleed.
21Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te eisen, dat aan in dienst van de
heer K.L.van Brink zijnde personen, van wie niet absoluut vaststaat, dat
zij in alle opzichten van goed zedelijk gedrag zijn, binnen een door hen
te stellen termijn de aanwezigheid in de voor het publiek toegankelijke
ruimten der inrichting wordt ontzegd.
22. Gedurende de tijd, dat de inrichting in gebruik is, is het aan mannelijke
personen boven de leeftijd van 12 jaar verboden te vertoeven in de dames
afdeling.
Het bovenstaande is niet van toepassing op personeel der inrichting en ter
gelegenheid van zwemwedstrijden, -demonstraties e.d..
23. De inrichting mag alleen voor het publiek geopend zijn tussen 7 en 21 uur.
van het bepaalde bij artikel 78a, 1e lid, onder b, onder de navolgende voor
waarden
1Het gemengd zwemmen/baden zal mogen plaats vinden op de dagen en uren, door
de houder van deze ontheffing te bepalen.
2. Aan burgemeester en wethouders dient vooraf mededeling van de dagen en
uren als onder 1 bedoeld, te geschieden, alsook van eventuele wijzigingen
in die dagen en uren,
3. De ontheffing geldt slechts voor het gedeelte van de inrichting gelegen
ten zuiden van de betonschutting, welke de inrichting in een noordelijk en
zuidelijk gedeelte scheidt.
4. De dames zijn verplicht tijdens het zwemmen/baden een badmuts te dragen.
5. Op het strand gelegen ten zuiden van de betonschutting als onder B, sub
2, bedoeld mogen de dames zich niet anders bevinden dan geheel naar de
eisen der welvoeglijkheid gekleed;