gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 7 der agenda
Bijlagen 1961
no. 7
4 januari 1961
V/22301
Voorstel van burgemeester en wethouders tot re
constructie van de Boeimeersingel.
De Bceimeersingel is zowel voor het plaatselijk als het doorgaand verkeer van
belangrijke betekenis, in laatstgenoemd opzicht vooral omdat deze weg een
onderdeel vormt van de traverse Claudius Prinsenlaan - Graaf Hendrik-IIIlaan.
In toenemende mate is de laatste jaren het verkeer vanuit België naar het
oosten en het centrum van het land van deze traverse gebruik gaan maken.
De bestaande rijbaan is voor dit verkeer te smal geworden terwijl ook de huidige
verharding te enenmale onvoldoende is. Het zou derhalve gewenst zijn deze te
vervangen door een asfaltbetonweg van circa 1n m.breedte, waardoor de ver
keersveiligheid aanmerkelijk zou worden verbeterd. Onlangs heeft wel een pro
visorische verbetering van het wegdek plaats gevonden ten laste van de onder-
houdsbegroting, doch deze voorziening is niet afdoende en het wegdek zal vrij
spoedig toch weer te wensen overlaten.
Ook de trottoirs verkeren in onvoldoende staat, zodat verbetering hiervan even
eens gewenst is.
De behoefte aan uitvoering van dit werk deed zich al langer gevoelen,zodat reeds
in 1957 een plan tot recontructie van de Boeimeersingel werd ontworpen, hetwelk
is aangegeven op de bijgevoegde tekeningen nos. 11548A en 11549A.*)
Voor de kosten van dit plan mogen wij vereijzen naar de destijds opgemaakte en
hierbij overgelegde begrotingen waarin tevens zijn begrepen de kosten van
beschoeiing langs de singel.
Teneinde in de aan dit werk verbonden kosten een rijkssubsidie in het kader van
de aanvullende werkgelegenheid te bekomen is het plan medio 1957 aan de D.A.C.W.
voorgelegd, met verzoek de toekenning van een dergelijk subsidie te willen be
vorderen.
De behandeling van deze aanvrage heeft geruime tijd in beslag genomen,vandaar
het tussentijdse onvermijdelijke onderhoudswerk, doch bijgevoegd schrijven van
de directeur van de rijksdienst voor de aanvullende werkgelegenheid dd. 26 no
vember 1960 bevat nu de toezegging dat voor de uitvoering van het onderha
vige object een subsidie zal worden verleend van 95a der werkelijke totale
kosten, maximaal te stellen op het in genoemd schrijven vermeld bedrag.
Gedeputeerde staten der provincie Noord-Brabant hebben ons in verband daarmede
verzocht te willen bevorderen, dat oen krediet tot dat bedrag op de begroting
wordt gebracht, uiteraard indien tot uitvoering wordt overgegaan.