-6- Gas-, water- en elektriciteitsbedrijf Algemeen In het antwoord op het centraal rapport bij de begroting van 1961 delen burgemeester en wethouders aan de raad mede, dat er ten aanzien van de ta rieven van de bedrijven rapporten zijn uitgebracht over de gas- en water tarieven. De vereniging van elektriciteitsbedrijven beraadt zich op dat moment nog over deze materie Vervolgens werd toegezegd dat men aan de hand van deze rapporten zo spoedig mogelijk tot een verantwoorde opzet van de tarieven der bedrijven hoopte te komen. Er is nu wederom een vol jaar verstreken. Kunnen burgemeester en wethouders mededelen, wat er ten aanzien van deze materie is gebeurd en kunnen zij een definitieve toezegging doen wanneer de toegezegde gegevens verstrekt zullen worden? Bij de behandeling van de begroting 1961 is toegezegd, dat zal worden ge tracht achteraf de netto-winst in de rekening tot uitdrukking te brengen, opdat op deze wijze de raad het nodige inzicht kan worden verschaft. Van het trachten, noch indien is getracht, blijkt bij de begroting 1962. Verzocht wordt alsnog zodanige gegevens te willen verstrekken, waaruit de netto-winst blijkt per eenheid elektriciteit bij afname door particulieren en door grootverbruikers en per eenheid gas door particulieren. Brieven aan gebruikers zouden beleefder gesteld kunnen zijn en bijvoorbeeld kunnen eindigen met "hoogachtend" zoals in het bedrijfsleven. Bij geringe afwijking van de voorschriften moet de gebruiker niet onmiddélijk met afslui ting worden bedreigd. Inspecterend personeel zou de beleefdheidsregel in acht kunnen nemen, ook al hebben ze dan overal toegang. Baten volgnr. 1 f De tarieven dienen ook bij overheidsbedrijven gebaseerd te zijn op bedrijfs economische beginselen. Het is uitermate gevaarlijk de commerciële bedrijfs voering te gaan doorkruisen met maatregelen, welke volkomen thuis behoren in het sociale vlak. De inkoopprijs voor de af te leveren 62.4000 Kwh bedraagt 3.451*876 of 5.53185 ct. per Kwh. Voor de straatverlichting wordt een prijs van 5.46608 ct. per Kwh aange houden. Dit is nog lager dan de kale inkoopprijs. Op zich zelf is dit al niet juist. Echter dienen ook de lasten, drukkende op de levering voor genoemde verlich ting, in aanmerking te worden genomen. Zo als nu geeft de rekening van het G.E.W.bedrijf met betrekking tot de winst een vertekend beeld en worden de kosten t.l.v. de algemene dienst (Hoofdstuk III post 140gebracht. In dit verband zal gaarne de zienswijze van burgemeester en wethouders wor den vernomen als ook met welk bedrag de winst, voor wat betreft het onder deel "elektriciteit", moet worden verhoogd (en met gelijk bedrag post 140, hoofdstuk III en post 487 hoofdstuk X) als ook vorenbedoelde kosten (zoals distributiekosten enz.) in aanmerking worden genomen. Waarom zijn de tarieven van elektriciteit voor straatverlichting en voor grootverbruikers verlaagd, terwijl de andere tarieven gelijk zijn gebleven?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1307