-15-
ALGEMENE DIENST
Hoofdstuk II. Algemeen beheer
Algemeen
Kunnen burgemeester en wethouders mededelen hoe het staat met de voorberei
ding voor de bouw van een nieuw stadhuis?
Kan er iets medegedeeld worden over de wijze waarop de jonge kiezers hebben
gereageerd op de ontvangst van het boekje "Burgerschap en burgerzin"?
Onder welke post zijn de uitgaven voor dit boekje ondergebracht?
Reeds meerdere malen is bij de bespreking over de burgerzin gevraagd of
het rookverbod op de publieke tribune niet kon worden opgeheven.
Hiertegen werd door Uw college nogal bezwaar gemaakt. Willen burgemeester
en wethouders toch niet eens in overweging nemen om bij wijze van proef
het rookverbod voor enkele maanden op te heffen.
De uitgifte van paspoorten duurt nog veel te lang, nl. vijf dagen. Als
hier de politie wordt ingeschakeld, gelieve men de aanvragers erop te
wijzen, dat men zelf naar politiebureau kan gaan. Kan het zelf afhalen
niet worden vervangen door aangetekend toezenden tegen vooruitbetaling?
Het heeft weinig zin om over Europese eenwording te praten, als dit alle
maal nog zo bureaucratisch gebeurt.
Inkomsten volgno. 45
Door de oprichting v.h."woonwagencentrum" zijn geen staangelden geraamd.
Op post 94 worden geen kosten geraamd.
Kan niet geraamd worden wat het woonwagencentrum Breda in 1962 zal gaan
kosten?
Uitgaven volgno. 44
Hoe groot is het aantal potentiële spaarders in gemeentedienst? Door welk
aantal personen wordt deelgenomen aan de spaarregeling. Hoe groot is het
totale bedrag dat ex artikel 3 van de spaarregeling in het tijdvak 1 oktober
1960 tot 1 oktober 1961 op een spaarrekening werd bijgeschreven. Hoe groot
was in genoemde periode het totaalbedrag naar elk der onderscheidingen van
I en II der bestedingsobjecten (uitvoeringsartikel 5 van de spaarregeling).
volgno. 48
Gaarne een nadere toelichting hoe het mogelijk was deze post zo drastisch
te verlagen of is hier een tikfout ingeslopen?
Er wordt geraamd 3.016,-. Dit moet waarschijnlijk zijn 35*016,-.
volgno. 52
Het ter inzage verstrekken van een opgave der in 1959, 1960 en 1961 aange
kochte voorwerpen ten behoeve van het representatief gedeelte van het ge
meentehuis zal ten zeerste op prijs worden gesteld.
Behoort tot de aangekochte voorwerpen de luster in de hall?