-23- Hoofdstuk 7» Volkshuisvesting: Algemeen Gaarne worden gegevens tegemoet gezien over de woningbouw in 1960 en 1961 (tot 1 nov,): het aantal woningen dat in deze beide perioden is gebouwd, ver deeld in woningwetwoningen, premiewoningen en vrije sectorwoningen; het aan tal woningen dat op 1 november 1961 in deze categorieën in aanbouw is. Voorts wordt verzocht hierbij aan te geven, hoeveel van deze woningen ééngezinswo ningen zijn en hoeveel huurwoningenVan de huurwoningen ook gaarne de huur prijzen, eventueel verdeeld in enkele groepen. Kunnen burgemeester en wethouders mededelen welke complexen woningwetwoningen en complexen premiewoningen voor verhuur zijn gereedgekomen sinds 1 januari 1960. Welke complexen van dergelijke woningen zijn thans in aanbouw of in voor bereiding? Bij beide vragen gaarne een verdeling in: 1, gemeente, 2. woningbouw verenigingen. 3. andere instanties. Zijn er reeds woningen gebouwd in het kader van de zgn. efficiënte woningbouw (met verhoogde rijksbijdrage)? Zal het voor 1962 mogelijk zijn het in dit op zicht aan Breda toekomende aantal te realiseren? Welke complexen woningwetwoningen, in het bezit van de gemeente of woningbouw verenigingen, zijn gebouwd véér 1930. Hoe is de toestand van deze woningen? Zijn hierbij woningcomplexen die in aanmerking komen voor een totale verbe tering? Meerdere leden verzoeken gegevens te verstrekken omtrent het verloop van het aantal ingeschreven woningzoekenden vanaf 1 januari 1960 (per maand). Ten aan zien van het aantal per 1 november 1961 wordt verzocht op te geven, welke aan tallen hiervan zijn aangewezen op woningen in de huurklassen van resp. minder dan 12,-, van f 12,- tot 16,-, van 16,- tot 20,- en meer dan 20,-. Ook wordt verzocht per 1 november 1961 een overzicht op te stellen, zoals per 1 februari 1960 is gedaan als bijlage 2 van de nota over het huisvestings- en woningbouwbelei d Kunnen burgemeester en wethouders mededelen, welke normen worden gehanteerd bij de beslissing of iemand al of niet als woningzoekende wordt ingeschreven? Hoe groot is het aantal woningen in Breda, waar nog twee of meervgezinnen samen wonen? Wordt er in Breda nog steeds woonruimte gevorderd? Zo ja, hoeveel vor deringen hebben er in 1960 en 1961 plaats gevonden? Hoe staat het met de bouw van woningen voor alleenstaanden? Kunnen burgemeester en wethouders mededelen, welke resultaten er de laatste jaren zijn geboekt op het gebied van de krotopruiming? Bestaat er op dit ge bied een bepaald plan? Op de tentoonstelling "Hu Breda 1961" was een bungalow te bezichtigen van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Is het juist, dat deze bungalow echter niet voldoet aan de bouwvoorschriften, die gelden in de gemeente Breda? Zo ja, in hoeverre is dit het geval? Hoeveel bedraagt de vermoedelijke woningproduktie voor dit jaar? Gaarne gesplitst in: woningwetwoningen, premiebouw en vrije sector. Bij de bouw van woningwet-woningen worden nu de woningbouwverenigingen meer in geschakeld, hetgeen een verheugend verschijnsel is. Is het het college van burgemeester en wethouders bekend dat door een bepaalde woningbouwvereniging bij aanmelding als lid niet alleen een opgave wordt gevraagd van personalia doch dat ook gevraagd wordt naar godsdienst en naar de vak-orga nisatie waarbij het aspirant—lid is aangesloten. Acht het college hierin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1323