-20-
Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen
Algemeen
Personeel
Gaarne zal worden vernomen welk standpunt burgemeester en wethouders innemen
met betrekking tot de delegatie bij benoeming van onderwijzend personeel.
Bouw kleuterscholen
Verzocht wordt een afschrift te mogen ontvangen van de urgentielijst waarop
vermeld staat de volgorde van voorrang voor het bouwen van kleuterscholen en
of deze volgorde ook de volgorde van aanvraag is om te mogen bouwen door de
schoolbesturen? Deze vraag geldt zowel voor het openbaar - als voor het bij
zonder kleuteronderwijs
Bouw g.l.o.-scholen
Gaarne zal worden vernomen hoeveel scholen (met aantal lokalen) er zijn voor
g.l.o., welke sinds 7 oktober 1960 zijn gereedgekomen en voor welke sinds
laatstgenoemde datum medewerking is verleend.
Oudercommissies
Het blijft te betreuren, dat geen tegemoetkoming in de kosten van ouder
commissies van bijzondere scholen wordt gegeven.
Schoolzwemmen
Het schoolzwemmen geschiedt slechts via het (buiten)gewoon lager onderwijs en
dan nog slechts te beginnen bij de 5e klas. Het wil -uit een oogpunt van volks
gezondheid, lichamelijke opvoeding en veiligheidsoverwegingen voorkomen dat
een uitbreiding van het schoolzwemmen dringend gewenst is, zowel wat betreft
aard en soort van onderwijsinstellingen alswel het aantal klassen. Gaarne
wordt hierover het oordeel van het college van burgemeester en wethouders ver
nomen.
Kan voor het schoolzwemmen niet een gunstiger tarief worden bedongen? Kan
evenals wel meer gebeurt niet een kleinigheid door de kinderen zelf bijge
dragen worden? Het is toch een tak van sport en voor elke sport moet men
iets over hebben b.v. 10 cent De waarde groeit als men zelf iets bijdraagt.
Het verveer is bovendien ook al gratis.
Vergoeding artikel 101
Gaarne wordt vernomen of de bedragen, die ingevolge artikel 101 der l.o.-wet
1920 per leerling worden verstrekt door de gemeente aan de schoolbesturen, in
een redelijke verhouding staan tot de uitkeringen, die in andere gemeenten
worden uitgekeerd op grond van genoemd artikel.
Ingevolge de financiële verhoudingswet 1960 worden verschillende uitkeringen
door het rijk aan de gemeente gedaan, nl,:
a. gebouwenvergoeding afhankelijk van het bouwjaar;
b. exploitatie-vergoeding per lokaal met een normbedrag per leerkracht;
c. exploitatie-vergoeding per leerling met een normbedrag per leerling.
Welke gevolgen heeft dit voor de uitkering van de gemeente ingevolge artikel
101 der l.o.-wet 1920 aan de schoolbesturen van bijzondere scholen voor u.l.o.
en l.o.?
Indien een centrale verwarmingsinstallatie ten gevolge van normale slijtage
moet worden vervangen, moeten dan de kosten bestreden worden uit de exploita
tie-vergoeding op grond van artikel 101 van de l.o.-wet 1920?
Zo ja, waarom dan bij de openbare lagere scholen geen afschrijving op centrale
verwarming toegepast?