-37-
2. de naam van de dat complex bespelende vereniging(en) en van die verenigin
gen per vereniging;
3. a. het aantal actieve leden;
b. aantal teams;
c. de tak van sport;
d. aantal velden en oppervlakte;
e. frequentie bespeling;
f. huurprijs per seizoen.
Welke normen zijn van toepassing voor de berekening van de huur van een sport
veld.
Indien ook een aandeel in de recette tot de norm behoort voor welke clubs
geldt dit dan en hoe is in deze dan de berekening en hoe groot was voor de
huurperiode 15-8-1960/15-5-1961 per club dat deel van de huuropbrengst?
Moet, waar de huurperiode loopt van 15-8/-15-5, van elk jaar worden geconclu
deerd, dat over het resterende tijdvak van 3 maanden de terreinen niet zijn
verhuurd?
Aan welke verenigingen werden door de sportstichting in 1960 en 1961 tot heden
subsidies verstrekt, waarvoor en tot welke bedragen?
Gezien de belangrijke gemeentelijke eigendommen die door de stichting worden
beheerd wordt voorgesteld aan het bestuur enkele raadsleden toe te voegen.
De vraag rijst of op terreinen afgeschreven moet worden en zo ja tot welk
percentage. Welke politiek wordt te dien aanzien gevolgd?
Onder volgnr. 1 van de begroting van de sportstichting wordt de opbrengst
verhuur sportterreinen geraamd op 34.815,-. Dit is 28,415,- meer dan het
vorige jaar. Kan een gespecificeerd overzicht gegeven worden waaruit deze ver
hoging is af te lezen.
Bestaan er bij burgemeester en wethouders reeds plannen om te voorzien in de
behoefte aan een oefenterrein voor de ren- en draafsport, die in Breda veel
beoefenaars heeft?
volgnr. 612
Waaruit bestaat het tekort bij de volkstuinen? Is Uw college niet van oordeel
dat de tekorten voor een goed deel opgevangen moeten worden door degenen die
deze volkstuinen in pacht of bruikleen hebben van de gemeente ter exploitatie?