Een situatie, welke niet alleen onzerzijds doch ook vanuit Uw raad aanlei ding geeft tot vreugde, welke vreugde blijkens de opmerkingen in het cen traal rapport toch nog getemperd wordt door de onzekerheid over het ont breken van concrete gegevens over de hoogte van de uitkeringen op grond van de financiële verhoudingswet 1960. De nieuwe wet beoogt, blijkens de geschiedenis van het ontstaan, het tot stand brengen van een nieuwe objectieve verdelingsregeling van de middelen van het gemeentefonds, welke zich richt op het herstel van de financiële zelfstandigheid van de gemeenten. Daarbij is er van uit te gaan, dat bij de middelenvoorziening van het gemeentefonds rekening wordt gehouden met de stijgende behoeften van de gemeenten. Het wachten op de definitieve gegevens over de nieuwe uitkeringen zou in feite betekenen het voortzetten van de in voorgaande jaren als normaal ge groeide situatie, dat de begroting wordt opgesteld zonder rekening te houden met het beschikbaar volume aan dekkingsmiddelen. Daarbij werd aan genomen, dat door objectieve dan wel subjectieve maatregelen het geraamde volume aan dekkingsmiddelen zou worden verkregen. Door deze gang van zaken wordt de totstandkoming van bepaalde noodzakelijke voorzieningen aanmerke lijk geremd, terwijl daaraan tevens verbonden is een scherp toezicht en beoordeling van de voorzieningen door goedkeurende instanties. Met dit systeem willen wij breken door het opstellen van een, naar onze mening gerechtvaardigde prognose over de ontwikkeling van de financiële mogelijkheden, waarnaar het uitgaven-beleid wordt gericht. Gerechtvaardigd, gezien de gegevens waarop wij onze prognose hebben gebaseerd. Bovendien is nog een veiligheidsmarge beschikbaar in de vorm van de saldi- reserve welke in voorgaande jaren is gevormd. Mocht de prognose - onver hoopt - te gunstig zijn gesteld, dan kan over deze reserve worden beschikt voor het sluitend maken van deze dienst, terwijl de plannen voor volgende dienstjaren moeten worden herzien en afgestemd op de dan reëel te ver wachten ontwikkeling van de budgettaire ruimte. Ook thans kunnen wij niet de zekerheid geven dat de uitkeringen uit het ge meentefonds zich zullen ontwikkelen op de wijze zoals door ons in de prog nose aangenomen. Inmiddels zijn wel de eerste - als zeer voorlopig te be schouwen - gegevens door de minister van binnenlandse zaken verstrekt over de vermoedelijke uitkeringsbedragen voor 1962, Gezien het stadium waarin de uitwerking van de nadere maatregelen welke voortvloeien uit de financiële verhoudingswet 1960 verkeert, zijn deze gegevens nog onvoldoende om enige conclusie eraan te kunnen verbinden. De vorenstaande uiteenzetting neemt niet weg, dat rekening moet worden ge houden met de mogelijkheid, dat de verwachtingen die wij koesteren van de nieuwe financiële verhoudingsregeling niet volledig werkelijkheid worden door het niet voldoende beschikbaar zijn of komen van middelen voor het doen van uitkeringen. De oorzaak hiervan kan gelegen zijn in de te lage vaststelling van het aandeelpercentage in de rijksbelastingen ten bate van het gemeentefonds - een omstandigheid waarop tijdens de behandeling van het wetsontwerp van verschillende zijden is gewezen - of de reser- veringspolitiek binnen de begroting van het gemeentefonds, welke mede als instrument voor de conjunctuurpolitiek door de regering kan worden gehan teerd, In dit verband is te zien onze slotconclusie van de nota van aanbieding, waarbij wij stellen, dat de reële ontwikkeling van de financiële situatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 1342