gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlagen 1 961
no784
29 december 1961
s F/18556
In~ esterlngsnota
In het totaal van gemeentelijke activiteiten, zoals deze tot uitdrukking
komen in het gemeentelijk budget, hebben de laatste tien jaren de investe
ringen in het centrum van de belangstelling gestaan. Wat Breda betreft,is
hiervoor een verklaring te geven aan do hand van de groei van de stad en
de periode waarin deze ontwikkeling zich heeft afgespeeld.
De snelle stijging van het inwonertal, mede door enkele belangrijke gebieds
uitbreidingen, komt praktisch noei op een verdubbeling van hot inwonertal
in een tijdsverloop van nog geen 20 jaar. Door deze ontwikkeling is het karak
ter van de stad grondig gewijzigd. Bovendien waren de door de grenswijzigin
gen aan de gemeente toegevoegde woongebieden voorzien van een openbare outil
lage aangepast aan de behoeften van de oorspronkelijk kleinere gemeenten.
Dit alles kwam tot uitdrukking in een achterblijven van de openbare voorzie
ningen bij de omvang en de functie van groot Breda.
Het aanpassen van de outillage aan de gewijzigde omstandigheden is in eerste
instantie beperkt zo niet onmogelijk geworden door de algemene economische
situatie. De periode van bezuiniging in de dertiger jaren, de oorlogsperiode
waarin de openbare outillage door gebrek aan onderhoudsmateriaal en door
oorlogsschade zelfs in kwaliteit achteruitging en de eerste na-oorlogse
periode waarin de investeringsactiviteit door materiaalgebrek ernstig geremd
bleef en waarin de beschikbare materialen nagenoeg eenzijdig gebruikt moesten
worden in de sector volkehuisvesting ter leniging van de woningnood.
Eerst na 1950 kon de aandacht van het gemeentebestuur zich meer gaan richten
op de realisering van de noodzakelijke voorzieningen op de overige sectoren
van gemeentelijke activiteit. Dit inhalen van de achterstand moet geschieden
in een "dure tijd1,, zodat in vergelijking tot andere gemeenten, waarin de
outillage geleidelijk is gegroeid met de omvang van de gemeente, dezelfde
voorzieningen praktisch een drievoudig investeringsbedrag vergen.
De realisering van de nodige voorzieningen werd bemoeilijkt door verschillen
de omstandigheden.
In eerste instantie moest de aanpassing plaats hebben van het technisch
apparaat voor de verwerking van een belangrijk heger investeringsvolume in
een grote verscheidenheid van werken. Deze aanpassing van de organisatie
kon slechts geleidelijk tot stand komen, hetgeen In het begin zeker vertra
gend heeft gewerkt.
Daarnaast waren er onvoldoende dekkingsmiddelen om de lasten van nieuwe
investeringen te kunnen opvangen. Een omstandigheid welke is te herleiden
tot het feit, dat de basis waarnaar de middelen uit het gemeentefonds wer
den verdeeld ontleend was aan historische gegevens, Eenvoudig gesteld werd
de behoefte aan dekkingsmidd.elen van Breda voer het jaar 1953 afgeleid
van historische vlage) uitgavencijfers, zonder rekening te houden met de
ingrijpend gewijzigde situatie.