gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 10 der agenda
Bijlagen 1961
no140
14 maart 1961
AZ/4963
Voorstel van burgemeester en wethouders tot liet
onttrekken van een gedeelte van de Leegstraat
aan het openbaar verkeer.
Het ligt in de bedoeling van ons college op korte termijn een stuk grond, gele
gen aan weerszijden en met inbegrip van een gedeelte van de Leegstraat, in
eigendom over te dragen aan de N.V.Hollandse Kunstzijde Industrie, alhier. Het
voorstel daartoe wordt U in deze vergadering ter behandeling aangeboden. Een
ander gedeelte van de Leegstraat zal binnen niet te lange tijd moeten verdwij
nen in verband met de aanleg van het wegvak van de noordelijke oost-westver-
binding tussen de Konijnenberg en de geprojecteerde noordelijke invalsweg.
Het voornemen tot onttrekking van een gedeelte van de Leegstraat aan het open
baar verkeer hebben wij ter openbare kennis gebracht en wij hebben belangheb
benden in de gelegenheid gesteld gedurende veertien dagen eventuele bezwaren
daartegen aan U kenbaar te maken.
Aangezien de termijn, gedurende welke bezwaren bij U kunnen worden ingebracht
nog niet geheel verstreken zal zijn op het moment, waarop U dit voorstel zult
behandelen, stellen wij ons' voor op deze aangelegenheid terug te komen, indien
er na de behandeling nog tijdig bezwaren zouden inkomen.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor het gedeelte van de Leeg
straat, hetwelk op de voor U te^inzage gelegde tekening met een rode kleur is
aangegeven, te onttrekken aan het openbaar verkeer.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zullen wij
te Uwer kennis brengen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans
burgemeester
Walenkamp
loco-secretaris