gemeente Breda Bijlagen 1961
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 20 der agenda
no.150
14 maart 1961
Preadvies van burgemeester en wethouders
m.b.t. het schrijven van de sociaal poli
tieke discussiegroep uit het katholiek
Vvo. ilde over de bevordering van de
burgerzin.
In üw vergadering van 11 januari j.l. besloot ïïw raad een brief van de
sociaal politieke discussiegroep uit het katholiek Vrouwengilde, alhier,
in onze handen te stellen voor preadvies.
Genoemde sociaal politieke discussiegroep geeft in die brief als haar
mening te kennen, dat de belangstelling en de persoonlijke verantwoorde
lijkheid voor het werk van de overheid versterkt zou kunnen worden door
bredere aftasting van de openbare mening, waarbij dan als communicatie
middel gedacht worden uit het particulier initiatief geboren advies
commissies, discussiegroepen etc..
"De nu betrekkelijk eensaam werkende raadsleden zouden zich op deze wijze
een nieuw achterland kunnen scheppen".
t/an Uw raad kan als bestuurlijk college niet verlangd worden - evenmin als
van enig ander bestuurder - dat hij op alle terreinen, waarop hij be
slissingen moet nemen, deskundig is. Aan de hand van voorstellen, rapporten
en adviezen opgesteld door ter zake kundige personen of commissies moet
0 Uw beslissingen kunnen nemen, --'eze voorstellen, rapporten en adviezen
bereiken U via ons college, terwijl wij op onze beurt weer kunnen steunen
op een voor haai* taaie berekend ambtenarencorps, op vele terzake kundige
commissies, waarin ook vele rechtstreeks uit de burgerij benoemde leden
zitting hebben, en, zo nodig, op daarvoor apart aan te zoeken deskundigen.
Via deze kanalen kan u alle gewenste voorlichting worden verschaft.
De opmerking in de brief van de sociaal politieke discussiegroep van het
katholiek Vrouwengilde als zouden de raadsleden nu betrekkelijk eenzaam
werken, getuigt dan ook van een minder juist inzicht in de taak en werk
wijze van uw raad. Daarvan getuigt ook de opmerking, dat het eigen geluid
van deze studiegroep in de kwestie van de gehuwde ambtenares nauwelijks
opgenomen bleek in de besluitvorming van Uw raad. Uw raad is immers in
zijn besluitvorming aan geen advies gebonden, heeft de vrijheid om zelfs
van het meest deskundige advies af te wijken.
Het kennen van de openbare mening kan overigens in bepaalde gevallen zeer
wel van betekenis zijn om tot een goede besluitvorming te komen, «/ij menen
evenwel, dat U over het algemeen een goed inzicht heeft in de veelal ge
nuanceerde openbare mening. In de gevallen dat dit niet het geval mocht zijn,
zal het aftasten daarvan vrij ongemerkt moeten gebeuren, enerzijds om geen
verwachtingen te wekken, die later misschien niet gehonoreerd kunnen worden,
anderzijds om niet het gevaar te lopen in strijd to komen met artikel 51 van