gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
F/5130
volgno. 5 der agenda
Mededeling van burgemeester en wethouders be
treffende de toepassing der verordening aan-
legbelasting op hoekpanden, bij doorbraak in
een bestaande straat.
In de laatstgehouden raadsvergadering werd bij de behandeling van ons pread
vies op ingekomen bezwaarschriften inzake de aanlegbelasting toegezegd, dat
nader zou worden bezien of en in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan
eventuele onbillijkheden bij toepassing van de bepalingen der aanlegbelasting-
verordening op hoekpercelen, ontstaan bij doorbraken in bestaande straten.
Dienaangaande moge het navolgende worden opgemerkt.
De aanlegbelasting lean alleen geheven worden van gebouwde en ongebouwde eigen
dommen, welke door de tot stand gebrachte werken zijn "gebaat", in de zin van
"in voordeliger positie zijn gekomen". Dit sluit niet in zich, dat de eigen
dommen ook in waarde moeten zijn toegenomen, immers, in de wet is geen eis
van waardestijging vastgelegd. In grondslag is de aanlegbelasting dus geen
waardevermeerderingsbelasting.
De bepaling voor welk bedrag elk door het werk gebaat perceel in de belasting
wordt betrokken is aan de gemeentelijke wetgever voorbehouden vermits art.
281 der gemeentewet geen voorschrift bevat omtrent de verdeling van de be
lasting over de door de totstandkoming van het werk gebate eigendommen. De
heffing in totaal mag evenwel niet uitgaan boven een billijke bijdrage in de
kosten van het werk. Met laatstgenoemd voorschrift is in de tariefstelling re
kening gehouden.
Percelen, die door een doorbraak hoekperceel worden, zullen -nu de voordien
tussen de bebouwing ingesloten achtertuinen door de aanleg van de nieuwe straat
aan deze straaybelenden - aantrekkelijker worden voor een gegadigde, die de
eigendom hetzij op zich zelf, hetzij in combinatie met een naastgelegen eigen
dom voor woningbouw (c.q. garages, winkel) wil aanwenden.
De, als gevolg van de door de gemeente tot stand gebrachte werken, verhoogde
aantrekkelijkheid van de eigendom zal een hogere verkoopwaarde van de eigendom
ten gevolge hebben.
Teneinde de billijkheid der heffing voor de onderwerpelijke eigendommen te
toetsen zal in beschouwing moeten worden genomen of het gekapitaliseerde be
drag van de geheven belasting de waardevermeerdering van de belaste eigendommen
overtreft
Het jaarbedrag der belasting voor een hoekperceel met een breedte van 27 m.
aan een 8 tot 12 meter brede nieuwe straat ligt bij 100,-. Hieruit resul-
Bijlagen 1 961
no185
12 april 1961