volgno. 5 der agenda
-2-
De bezwaarschriften zijn gericht tot Uw raad of tot het gemeentebestuur en
zijn alle ingekomen binnen de wettelijke termijn, dit wil zeggen vóór of op
19 mei 1961
Reclamanten zijn voorts belanghebbenden en derhalve, behoudens het hierna
vermelde, ontvankelijk in hun bezwaren.
Ten aanzien van de bezwaren in het algemeen merken wij het volgende op.
De verschillende bestemmingen zijn zorgvuldig overvragen teneinde de aan de
land- en tuinbouw toe te brengen schade tot een minimum te beperken. In het
algemeen is het nu eenmaal onvermijdelijk voor de realisering van een uit
breidingsplan land- en tuinbouwgronden op te offeren.
Indien reclamanten door deonderwerpelijke bestemmingen financiële schade
lijden, kunnen zij een beroep doen op de schadevergoedingsverordening, welke
wij op dit uitbreidingsplan van toepassing verklaard wensen te zien.
Voor de realisering van dit plan zal de benodigde grond door de gemeente
moeten worden aangekocht of te haren name onteigend, waarbij reclamanten
hun schaden kunnen stellen.
De afzonderlijke bezwaarschriften geven ons nog aanleiding het volgende op
te merken.
ad 1Het perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectie G, no. 229, is
niet opgenomen in het onderhavige uitbreidingsplan. Voor zover de bezwaren
betrekking hebben op dit perceel moot reclamant niet ontvankelijk worden
verklaard in zijn bezwaar. In het uitbreidingsplan in hoofdzaak dat rechts
kracht heeft, is het gehele perceel no. 231 met de bestemming weggebied op
genomen. Volgons het onderhavige plan heeft een gedeelte van deze grond zijn
agrarische bestemming herkregen.
ad 3 t/m 6a; Voor zover in deze bezwaarschriften wordt gesteld, dat de be
drijfsveiligheid wordt geschaad door de aanleg van omringende wegen, merken
wij op, dat voor een gedeelte het bestaande tracé van de Baliëndijk wordt
gevolgd en dat deze wegen slechts voor plaatselijk verkeer zullen dienen.
Bovendien komt langs of nabij deze wegen geen aaneengesloten woonbebouwing.
Naar onze mening zijn beveiligingsmaatregelen - b.v. een betonnen schutting
zoals reclamanten sub 6 en 6a stellen - dan ook niet nodig. Wij tekenen
nog aan dat nieuwe gebouwen langs deze wegen slechts op een afstand van 10
meter van dc weg mogen worden opgericht.
Voorts zouden reclamanten bedoeld sub 3, 4 en 5 het moeilijk achten op het
nog resterende bedrijf tot een behoorlijke koste/inning voor het gezin te
komen. De overblijvende eigendommen van reclamanten met een agrarische be
stemming zijn respectievelijk groot 1.08.20 ha (perceel G,no. 3111.35.10
ha (percelen G, nos. 309 en 310) en 1.01.35 ha. (percelen G, nos. 305 en 308)
hetgeen voldoende moet worden geacht om voortzetting van de betreffende
tuinbouwbedrijven met glascultures mogelijk te maken.
ad 8; Voor do afronding van het industrieterrein kan het perceel G, no. 270,
niet gemist worden. Bij het maken van een eventuele uitweg van het industrie
terrein naar de Oosterhoutsoweg zal bovendien gezorgd moeten worden voor
voldoende uitzicht, hetgeen amovering van de dicht bij de weg staande wo-
J_ punt ning op dit/met zich mede zal brongen. Bij aankoop dooi' of onteigening ten
name van de gemeente zal reclamantehaar schaden kunnen stellen.
Het aangrenzend perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectie G. no. 269,
heeft de bestemming bebouwing A. Deze grond zal do gemeente niet behoeven
aan te kopen of te onteigenen, zodat dc woning daar kan worden herbouwd,
ad 9: Van het onderhavige perceel, groot 1.11.00 ha, heeft een gedeelte, ter
grootte van 0.21.00 ha, de bestemming van wegaanleg. In het uitbreidings
plan in hoofdzaak is nagenoeg het gehele perceel voor weggebied aangewezen.
Bij de realisering van het uitbreidingsplan zal adressant zijn schaden
kunnen stellen.