gemeente Breda Bijlagen 1961
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 9 der agenda
no. 361
5 juli 1961
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
doen bouwen van een brug in het tracé van de
noordelijke invalsweg Prinsenbeek - Breda, tussen
de Tramsingel en Nijverheidssingel.
In Uwe vergadering van 14 september 1960/ is overeenkomstig ons voorstel, bij
lagen 1960,no.439, o.a. besloten tot aanleg van de noordelijke invalsweg, waar
voor toen bereids een totaalkrediet van 3.142,600,- voor het gedeelte van de
ze weg binnen de gemeente is toegestaan.
Dit krediet was gebaseerd op voorlopige, globale ramingen, met de bedoeling om
meer gedetailleerde plannen en nauwkeurige ramingen op te stellen naargelang
tot uitvoering van het werk kan worden overgegaan.
Zoals in voormeld voorstel reeds is te kennen gegeven is in het tracé van de
invalsweg ook opgenomen een brug over de westelijke singelgracht tussen de Tram
singel en de Nijverheidssingel ter hoogte van de Lunetstraat,, De geraamde kos
ten van dit kunstwerk zijn begrepen in het toegestane krediet.
Met de bouw van deze brug, waarvan het plan op bijgaande tekening nr.13117
is aangegeven, zou als eerste fase van de realisering van de noordelijke invals
weg kunnen worden begonnen, temeer nog omdat daarmede al direct een rechtstreek
se verbinding wordt gemaakt tussen het centrum en het westelijk deel van de
stad. Zo zou bv, ie hulpverlening vanuit de aan de Slingerweg gelegen brandweer
kazerne in belangrijke mate worden verbeterd.
Over het ontwerp van de brug is inmiddels reeds overleg gaande met rijkswater
staat, die zoals "J bekend goedkeuring aan het plan dient te hechten, omdat
het rijk voor 1/3 gedeelte zal participeren in de kosten van de invalsweg bin
nen de gemeente met inbegrip van do belangrijkste kunstwerken.
Tevens is verzocht erin te bewilligen, dat in het voorjaar 1962 met de bouw van
de brug wordt begonnen, daarbij eventueel vooruitlopend op het definitieve con
tract met het rijk.
Het onderhavige plan kan als volgt worden beschreven,
De funderingsconstructie is bepaald aan de hand van de door het laboratorium
voor grondmechanica te Delft verrichte diepsonderingen; de brug wordt uitge
voerd in gewapend beten als plaatbrug op drie steunpunten, t.w. twee landhoof-
den en een tussensteunpunt. Deze worden op zodanige afstand van elkaar geplaatst,