gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 15 der agenda Voorstellen van burgemeester en wethouders aan de raad inzake een te bouwen congres- en tentoon stellingsruimte te Breda. In onze ncta van 5 juni 1961 (bijlage 1961, no. 300hebben wij de wense lijkheid van de stichting van een voldoende ruim opgezet en goed geëquipeerd tentconstellings- en congrescentrum in Breda geschetst. Wij hebben daarbij gewaagd van het rapport van het organisatie- en efficiëncy-bureau Bakkenist, Spits en Co. te Amsterdam en van de bereidheid van het Bredase bedrijfsleven om de bouw van een tentoonstellings- en congrescentrum te steunen, een be reidheid die zich zeer zeker minder spontaan gemanifesteerd zou hebben, indien de levensvatbaarheid van een dergelijk centrum in twijfel getrokken zou zijn. De denkbeelden over mogelijkheden en middelen om tot de stichting van het centrum te geraken hebben thans een zodanige afronding gekregen, dat zij ter beoordeling en beslissing kunnen worden voorgelegd. 1 Naar wij in onze bovenaangehaalde nota stelden, lijkt een constructie, waarbij een daartoe in het leven te roepen N.V. het centrum sticht en exploiteert of doet exploiteren, voordelen te bieden boven andere organisatie-vormen. De gedachte constructie is nader uitgewerkt in bijgaande ontwerp-statuten: Uw raad en de Kamer van Koophandel richten samen de N.V. op; het maatschappelijk kapitaal bedraagt 50.000,-, het geplaatste 10 aandelen van 1,000,-) 10.000,-; 4 aandelen worden door de Kamer van Koophandel en 6 door de ge meente Breda volgestort. Het komt ons overigons overbodig voor de duidelijke bepalingen van de ontwerp statuten hier verder te herhalen of toe te lichten. Sen uitzondering maken wij voor artikel 14, waarin het aantal commissarissen op tenminste 5 wordt bepaald. Reeds in de nota van 3 juni 1961 is gesteld, dat de N.V. zich zal moeten ver plichten aan twee door het als achterborg fungerende bedrijfsleven voor te dragen personen oen commissaris-zetel toe te wijzen; het lijkt, waar de ge meente Breda de tijdige betaling van rente en aflossing van door de N.V.aan te trokken geldleningen waarborgt, redelijk, dat dan ook aan twee door Uw raad voor te dragen personen een commissaris-zetel wordt aangeboden. Wij achten het gewettigd, dat daarnaast de beide oprichters-aandeelhouders in deze hoedanigheid in de raad van commissarissen worden vertegenwoordigd; een dier commissarissen ware to benoemen op voordracht van de Kamer van Koophan del, de ander op voordracht van ons college; wij stellen ons voor de voorzit ter van Uw raad voor tc dragen; het ligt in de bedoeling, dat deze als presi dent-commissaris zal optreden. Wij mogen Uw raad derhalve verzoeken te besluiten om in samenwerking met de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor westelijk Noord-Brabant een naamloze vennootschap op te richten, welke ten doel heeft het stichten en exploiteren of doen exploiteren van congres- en tentoonstellingshallen, zulks in de ruimste zin, alsmede het deelnemen in andere soortgelijke ondernemingen een Bijlagen 1961 no.368 7 juli 1961 AZ/F/V/13467

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 666