"bij volgno. 15 der agenda
BIJLAGE 4A
Artikcl 1
De grond wordt in erfpacht uitgegeven in de staat, waarin hij zich thans bevindt, vrij
van hypothecaire inschrijvingen en van beslagen doch overigens met alle heersende en
lijdende erfdienstbaarheden en verdere lasten en lusten, als daaraan verbonden zijn,
zonder dat de gemeente tot enige vrijwaring is gehouden.
Artikel 2.
De kosten en rechten, wegens de vestiging van het erfpachtsrecht, splitsing, wijzi
ging of opheffing van dat recht en wegens daartoe te verrichten kadastrale opmeting,
komen geheel ten laste van de erfpachter.
Artikel 5.
Een aan de akte vast te hechten kaart, die door de beide partijen voor echt erkend
en ten blijke daarvan door hen getekend is, strekt tussen partijen tot bewijs, ten
aanzien van de grenzen van de in erfpacht uitgegeven grond.
Artikel 4.
Het erfpachtsrecht wordt gevestigd voor een tijdvak, behoudens het hierna in artikel
21 bepaalde, van 75 jaren, ingaande op een nader door burgemeester en wethouders na
overleg met de wederpartij te bepalen datum.
Artikel 5.
De in erfpacht uitgegeven grond kan na goedkeuring ven het besluit van burgemeester
en wethouders door gedeputeerde staten van Noord-Brabant worden aanvaard onder de
voorwaarden, als bij de erfpachtsakte vastgesteld.
Artikel 6.
1 De erfpachter moet de grond gebruiken om daarop voor zijn rekening en risico te
stichten en in stand te houden een tentoonstellings- en congresaccommodatie,
welke bouw voltooid moet zijn binnen 3 jaren/na het verlijden der akte van erf
pachtsuitgifte; burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze termijn te verlen
gen.
2. De erfpachter is gehouden de tentoonstellings- en congresaccommodatie als zoda
nig te gebruiken.
3. Op deze grond zullen geen andere opstallen mogen worden opgericht tenzij met
goedkeuring van burgemeester en wethouders.
Artikel 7.
1De canon bedraagt 0,50 per vierkante meter per jaar. Ter berekening van de groot-
l__ te van de jaarlijkse canon zal strekken de aangegeven grootte van de grond,
in het beJ-ndien na opmeting door de rijkslandmeter mocht blijken, dat de grootte van de
f^Uen grond een andere is dan de hiervoor vermelde, zal tussen partijen verrekening
plaats hebben ven het teveel of te weinig aan canon betaalde en zal in het vervolg
de canon worden berekend naar de door de rijkslandmeter vastgestelde grootte.
2. De jaarlijkse canon moet bij vooruitbetaling worden betaald in twee gelijke half
jaarlijkse termijnen ten kantore van de administrateur van het grondbedrijf te Breda,
telkens op de eerste werkdag van januari en juli van ieder jaar, eerstmaal bij het
passeren van de akte van erfpachtsuitgifte en alsdan over het tijdvak gelegen tussen