bij volgno. 15 der agenda Artikel 20. 1 Indien de erfpachter gedurende een maand in gebreke gebleven is om de canon te be talen en het erfpachtsrecht bezwaard is met hypotheek, wordt binnen 14 dagen na het eindigen van de termijn van een maand, aan de hypotheekhouder kennis gegeven van het in gebreke zijn van de erfpachter. 2. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving geschiedt bij aangetekende brief of deurwaardersexploit, ter keuze van de gemeente. .artikel 21 1 Met afwijking van de bepalingen der rtikelen 780 en 781 van het burgerlijk wet boek kan, onverminderd het hierboven bij artikel 19 bepaalde, indien de erfpach ter langer dan 6 maanden in gebreke gebleven is om de canon te betalen of enige betaling uit hoofde dezer overeenkomst te doen, alsmede ingeval niet voldaan wordt a en enige verplichting, vermeld in de artikelen 6, 9 sub 3 en 13, zomede wanneer ernstige inbreuk gemaakt wordt op artikel 11, het erfpachtsrecht bij besluit van de gemeenteraad vervallen verklaard worden, onverminderd het recht van dc gemeente op schadevergoeding, wanneer daartoe termen zijn. 2. Indien de gemeenteraad besluit tot vervallenverklaring van het erfpachtsrecht stelt hij tevens do dag vast, waarop dat recht geëindigd zal zijn en de grond met de opstallen ter vrije beschikking van de gemeente gesteld moet worden. Tussen de dag van het raadsbesluit en de dag, waarop het erfpachtsrecht ein digt moet een tijdruimte ven tenminste drie maanden liggen, 3. Binnc-n 14 dagen na de dag van hot raadsbesluit, wordt aan de erfpachter en aan de hypotheekhouders bij deurwaardersexploit kennis gegeven van dat besluit, 4. Indien vóór de bij het raadsbesluit vastgestelde dag, waarop het erfpachts recht geëindigd zal zijn, de oorzaak der vervallenverklaring weggenomen wordt en vóór die dag bovendien aan de gemeente vergoed worden de kosten van de vol gens dit artikel gedane kennisgevingen, verliest het raadsbesluit zijn kracht en wordt het geacht niet te zijn genomen, 5. Is de termijn ongebruikt voorbijgegaan, dan is het erfpachtsrecht geëindigd op de bij het raadsbesluit vastgestelde dag. 6. De gemeente is bevoegd, indien het erfpachtsrecht op de in dit artikel be doelde wijze eindigt, daarvan te doen blijken in de openbare registers met verwijzing naar- het raadsbesluit en naar de volgens dit artikel aan de erf pachter gedane kennisgeving. Artikel 22. 1. Indien het erfpachtsrecht eindigt op de in het vorige artikel bedoelde wijze, mag de erfpachter geen der opstallen wegnemen en kan hij van de gemeente geen vergoeding van de waarde vorderen. 2. De gemeente is verplicht binnen 6 maanden na de, door de gemeenteraad vastge stelde dag, waarop het erfpachtsrecht eindigt en de grond met opstallen ter vrije beschikking van de gemeente gesteld moet zijn, een openbare verkoping volgens plaatselijke gexfoonten en onder de gebruikelijke veilingvoorwaarden te doen houden van een erfpachtsrecht, op de grond met de opstallen te ver lenen voor het nog niet verstreken gedeelte van de termijn van het geëindigde erfpachtsrecht en overigens onder de voor dat recht gegolden bepalingen en voorwaarden, 3. De opbrengst van de verkoping wordt aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht geëindigd is, uitgekeerd na aftrek van hetgeen aan de gemeente met betrekking tot dat recht nog verschuldigd is en van de te haren laste komende kosten der verkoping, 4. Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek bezwaard was, wordt met afwij king van het bepaalde van het derde lid, de opbrengst na aftrek van de achter stallige bedragen van de canon en van de in eerste lid van artikel 19 genoem-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 684