bij volgno. 15 der agenda -6- de boete, aan de hypotheekhouders uitgekeerd tot een door burgemeester en wethou ders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag, dat aan de hypotheekhouders toekomen zou, indien het een verdeling gold van de koopprijs ingeval van gerech telijke verkoop van het erfpachtsrecht, en wordt het daarna overblijvende gedeel te van de opbrengst aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht geëindigd is, uitge keerd na aftrek van hetgeen aan de gemeente met betrekking tot dat recht overigens nog verschuldigd is en van de te haren laste komende kosten van de openbare verko ping. 5. Generlei uitkering aan de erfpachter heeft plaats, zolang niet de grond met de op stallen ter vrije beschikking van de gemeente gesteld is. 6. Indien bij de openbare verkoping geen bod gedaan wordt, is de gemeente niet tot enige uitkering verplicht. Artikel 25. De gemeente zal, zonder toestemming van de hypotheekhouders, niet medewerken tot uitdrukkelijke opheffing van het erfpachtsrecht bij minnelijke overeenkomst of tot het verkrijgen van het erfpachtsrecht anders dan bij wege van onteigening te alge menen nutte. Artikel 24. De erfpachter is verplicht bij het einde van het erfpachtsrecht, zonder enige aan spraak op vergoeding de grond en de daarop nog aanwezige opstallen vrij en ont ruimd ter beschikking van de gemeente te stellen. Artikel 25. Onder opstallen verstaan deze voorwaarden de op of in de grond aanwezige onroe rende goederen met uitzondering van machines, machine-delen, onderdelen van werk tuigen alsmede hunne bevestigirg en geleidingen, voorzover deze niet mede construc tieve delen van de gebouwen zijn. Artikel 26. 1 Indien de erfpachter een termijn, binnen welke hij een verplichting nakomen moet, ongebruikt laat voorbijgaan, is hij door het enkel verloop van de ter mijn in gebreke, zonder dat daartoe een ingebrekestelling vereist wordt. 2. Burgemeester en wethouders kunnen verlenging van in deze voorwaarden bepaalde termijn voor het inleveren van stukken en afwijking van de bij deze voorwaar den behorende formulieren toestaan. Artikel 27. De kosten verbonden aan het opmaken van de erfpachtsakte en die van de overschrij ving daarvan moeten door de erfpachter worden betaald. Artikel 28. De gemeente zal, tenminste twee jaar voor de beëindiging der erfpacht, de erfpach ter bij deurwaardersexploit aan deze beëindiging herinneren. Aan verzuim van het uitbrengen van bedoeld deurwaardersexploit is geen rechtsgevolg verbonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 685