volgno. 23 der agenda
Hierbij werd geconstateerd dat2
a. tevens het gedeelte van de elektrische installatie, dat aanvankelijk
als bruikbaar gold,vernieuwd, moest worden; extra kosten 250,-;
b. hetgeen onder a. is vermeld ook bleek ten aanzien van verschillende
aan- en afvoerleidingen van water e.d.. Extra kosten 900,-.
3. Hoewel volgens voorgaande rapporten en aan de hand van proefstoken ver
ondersteld mocht worden, dat de grote kolenketel van de centrale ver
warmingsinstallatie na revisie omgebouwd zou kunnen worden tot olie-
stookketel, bleek tijdens het uiteennemen van d.e ketel, dat revisie
niet verantwoord was. De kosten hiervan zouden te hoog zijn geworden
in verhouding tot de te bereiken korte levensduur.
Derhalve is besloten de ketel geheel te vernieuwen, hetgeen leidde tot
een kostenverhoging van 2800,-.
4. Na het wegnemen van de zinken goten werd geconstateerd, dat verschil
lende gedeelten van de monumentale goot inwendig verrot waren en ver
nieuwd moesten worden. De hieruit voortvloeiende meerdere kosten be
droegen rond 1350,-.
Resumerende geven bovenstaande posten in totaal een overschrijding van
het beschikbare krediet ad 73.800,- met 7«820,-, zijnde circa 1Cfo.
Wij mogen U mitsdien voorstellen om door vaststelling van de in ont
werp bijgevoegde wijziging der begroting 1961 van het woningbedrijf B
een aanvullend krediet ad 7.820,- toe te staan.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal
U nog nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans burgemeester
Van Voensel secretaris
ligt ter visie in de raadzaal