gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 8 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het vaststellen van bijzondere voorgevelrooi
lijnen voor het Oranjeplein e.o..
Uit de voor ter visie gelegde toelichting bij de bebouwingsverordening ex
artikel 43 woningwet voor het Oranjeplein e.o., waarvoor wij U naar ons voor
stel van heden, no. V/8129, mogen verwijzen, blijkt, dat de uitwerking van de
oplossing van het verkeersprobleem en de sanering ter plaatse het noodzakelijk
maken voor die omgeving bijzondere voorgevelrooilijnen vast te stellen.
Een ontwerp-besluit tot vaststelling van zulke rooilijnen met de daarbijbe
horende stukken heeft met ingang van 26 mei 1961 gedurende de wettelijk voor
geschreven termijn van 30 dagen ter visie gelegen.
Voorts is ter voldoening aan artikel 10, lid 2 der woningwet alle eigenaren
en hypotheekhouders van de bij die voorgevelrooilijnen betrokken eigendommen
bij aangetekende dienstbrief van deze ter visie legging kennis gegeven, ter
wijl deze ter visie legging bovendien bekend is gemaakt in de plaatselijke
dagbladen "De Stem" en "De Bredasche Courant".
Tegen het ontwerp-besluit zijn bezwaarschriften ingekomen van:
1. C.de Rover, Cimburgalaan 1 te Breda, eigenaar van het perceel Breda, sectie D,
no. 7973;
2. de weduwe A.P.Beusker-Schotman, Heijenoordseweg 1 te Arnhem, en
2a.de Accumulatorenfabriek Varta N.V. te Venlo, respectievelijk eigenaresse
en huurster van het perceel Breda sectie D, no. 7975;
3. Mr. H.A.Maeijer, Baronielaan 133 te Breda, als gemachtigde van de naamloze
vennootschap Meeüs Assurantiën, "rfillemstraat 17 te Breda, eigenaresse van
de percelen Ginneken sectie I, nos. 6044> 6045 en 6046.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van deze bezwaarschriften merken wij op,
dat reclamanten allen de vermelde percelen in eigendom of in huur hebben en
dat hun bezwaarschriften alle tijdig zijn ingekomen, zodat zij, behoudens het
hierna vermelde,ontvankelijk zijn in hun bezwaren.
De percelen, vermeld in het bezwaarschrift sub 3 worden niet getroffen door
de nieuwe voorgevelrooilijnen, zodat formeel zou kunnen worden volstaan met
niet-ontvankelijkverklaring van reclamante in haar bezwaar.Nu evenwel uit de
inhoud van dit bezwaarschrift blijkt, dat het zich richt tegen de hiervoor
vermelde bebouwingsverordening Oranjeplein e.o., achten wij het juister de
inhoud van dit bezwaarschrift op zijn merites te beoordelen bij de vast
stelling van deze bebouwingsverordening, zodat dit bezwaarschrift in het
hiernavolgende buiten beschouwing kan blijven.
Bijlagen 1961
no.415
9 augustus 1961
V/12825
Ten aanzien van de overige bezwaarschriften dient het volgende te worden
overwogen: