gemeente Breda
bij volgno, 18 der agenda
Toelichting op het voorstel van burgemeester en
wethouders op aanvragen ex artikel 72 der lager
onderwijswet 1920 (bijlagen 1961, no. 425
Ad 1
In de bestaande rijwielberging kunnen 50 rijwielen worden geplaatst. Volgens
de algemeen gehanteerde norm moet alleen capaciteit aanwezig zijn in de rij
wielberging ener school voor die leerlingen, die op meer dan 1-j km afstand
van de school wonen. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat er 70
leerlingen der school op meer dan 1-j km afstand van de school woonachtig
zijn. Het verzoek om uitbreiding is dan ook terecht gedaan.
De aangebrachte schade aan de rijwielberging is toe te schrijven aan vernie
lingen buiten de schooltijden door de jeugd. In het onderwerpelijke geval is
dus sprake van herstel,geen gewoon onderhoud zijnde, waarom terecht toepas
sing van artikel 72 der wet voor herstel is gevraagd.
Ad 2.
In de g.l.o.-school Oranjeboomstraat 198 zijn in 3 lokalen meisjes onderge
bracht uit de wijk Westeinde; deze kinderen hebben een cultureel-maatschappe-
lijke achterstand. Zij dienen, om effectief onderwijs te kunnen ontvangen,
over andere meer aangepaste leermiddelen dan de thans aanwezige te beschikken.
Ad 5.
De aangebrachte schade aan het schoolgebouw is veroorzaakt door de jeugd na
schooltijd; derhalve is hier sprake van een van buiten komende oorzaak buiten
toedoen van het schoolbestuur om. Het schoolbestuur verzoekt daarom terecht
de aangebrachte schade middels artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 te
vergoeden.
Ad 4.
De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft goedgekeurd, dat
gedurende het schooljaar 1961/1962 een extra leerkracht (artikel 56, lid 2)
wordt aangesteld, van wie het salaris voor s-rijks-rekening wordt genomen;
dit wordt de 10e leerkracht aan deze school. Het schoolgebouw telt 9 klas
lokalen, zodat voor de 10e leerkracht in het schoolgebouw geen lokaal beschik
baar is.
Teneinde voor de 10e leerkracht nu een lokaal beschikbaar te krijgen, ver
zoekt het schoolbestuur formeel om uitbreiding dier school, opdat, steunend
op dit besluit, een tijdelijke huisvesting voor deze leerkracht in gebruik
kan worden genomen.
Het bestuur verklaart, dat niet tot aanbouw van het 10e leslokaal zal worden
overgegaan, doch deze aanvrage alleen is ingediend ter verkrijging van tijde
lijke huisvesting van de 10e onderwijzer.