gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 21 der agenda
Preadvies van burgemeester en wethouders op een
verzoek van het bestuur van het instituut voor
meisjes te Oudenbosch om verhoging van het be
drag per leerling voor de school voor woonwa
genkampkinderen, alhier voor het dienstjaar
1961
Het bestuur van het instituut voor meisjes te Oudenbosch heeft zich bij
schrijven van 6 juli 1961 tot Uw raad gewend met het verzoek het bedrag
per leerling voor de school voor woonwagenkampkinderen voor 1961 te verho
gen tot 120,-,
Ingevolge artikel 34, 4e lid, juncto artikel 32, 4e lid van het "besluit
buitengewoon lager onderwijs 1949" is de gemeenteraad bevoegd het vastge
stelde bedrag per leerling achteraf te verhogen, indien althans de termijn
waarbinnen tegen bedoeld besluit beroep mogelijk is, is verstreken, zonder
dat vernietiging van het besluit of verhoging van het vastgestelde bedrag
is gevraagd.
Het vergoedingsbedrag per leerling is voor de hierbedoelde b.l.o.school
voor het jaar 1961 vastgesteld op 80,- bij raadsbesluit van 4 november
1960, tegen welk besluit binnen de in het b.l.o.besluit genoemde termijn
geen beroep is ingesteld, Verhoging van het bedrag is derhalve wettelijk
mogelijk.
Uit de door het schoolbestuur overgelegde staat van inkomsten en uitgaven
is ons gebleken, dat het bedrag ad 80,- per leerling voor 1961 ontoerei
kend moet worden geacht voor de redelijke behoeften van een in normale om
standigheden verkerende school voor woonwagenkampkinderen; een verhoging
van het bedrag tot 120,- per leerling, zoals door het schoolbestuur is ge
vraagd achten wij voor 1961 redelijk,Ons is gebleken, dat de in 1959 inge-
bruik genomen nieuwe school aanmerkelijk duurder in exploitatie is dan de
oude school; de voorgestelde verhoging ad 120,- dient onzes inziens mede
te worden beschouwd als een suppletie op de bedragen per leerling vanaf
1959.
Voor eainadere motivering van de verhoging mogen wij Uw raad naar de ter
visie liggende stukken van het schoolbestuur verwijzen
Uw aandacht wordt er op gevestigd, dat het bedrag per leerling ad 120,-
als een incidenteel verhoogd bedrag dient te worden beschouwd; wij zijn
dan ook niet voornemens Uw raad t.z.t. voor te stellen voor 1962 een be
drag per leerling van dezelfde grootte vast te stellen.
Op grond van vorenstaande stellen wij U voor:
1 het bedrag per leerling voor de school voor woonwagenkampkinderen, al
hier voor het jaar 1961 te verhogen tot 120,-;
Bijlagen 1961
no. 428
9 augustus 1961
OS/10898