volgno. 3p der agenda
-2-
De heer Hinderhoud zegt het volgende:
2. De linkerzijde van de Oosterstraat
vanaf de Haagweg tot 100 m. ver
der ziet er verwaarloosd uit en is
begroeid met allerlei onkruid. Ook
is er nog steeds aan de rechter
zijde de brandneteltuin. Hieraan
kan blijkbaar niets gedaan worden,
al is het een verzamelplaats van
allerlei ongerechtigheden. Mogelijk
kan wel iets gedaan worden aan de
straatzijde van de afrastering.
Dit is toch gemeente en als de ge
meente voorgaat, volgt de directie
van de Saval vanzelf wel.
Het onkruid in de Oosterstraat is verwijderd.
Wij zullen de N.V.Saval op grond van artikel
99 der a.p.v. aanschrijven om vuil, afval en
onkruid van haar terrein aan de Oosterstraat
te verwijderen.
De heer Minderhoud merkt het volgende op:Het onkruid, dat op het trottoir hoek Heuvel-
3. Het terrein op de hoek van de Heu- straat-Haagweg groeide, is onlangs verwijderd,
velstraat en de Haagweg is 10 dagen
geleden gemaaid, d.w.z. binnen het
afgerasterde gedeelte. Evenwel
groeit het onkruid ver daarbuiten tot
50 cm. op het trottoir. Dit heeft
men blijkbaar vergeten of gemeend,
dat het niet tot de werkzaamheden
van het gemeentepersoneel behoort
dit ook schoon te maken. Daarom ver
zoek ik U hieraan Uw aandacht te
willen schenken.
De heer Van Houten zegt dat op het
terrein aan de Mr.Dr.Frederiksstraat
houten gebouwen zijn opgetrokken. Spre
ker vraagt of burgemeester en wethouders
niet van mening zijn, dat de welstands-
eisen, gesteld aan bovengenoemde straat,
dit niet verdragen.
De N.V, Alg.Confectiehandel van C.& A. Bren-
ninkmeijer te Amsterdam heeft enige jaren ge
leden van de gemeente de voormalige eigendom
men van mevrouw Faes-Wolters aangekocht om op
deze percelen een uitbreiding van haar filiaal
in de Ginnekenstraat tot stand te brengen.
Door het uitblijven van de benodigde rijksgoed
keuringen kan deze uitbreiding nog niet worden
gerealiseerd en is voor G.& A. een nijpend
ruimteprobleem ontstaan. In verband daarmede
hebben wij toestemming verleend aan de Mr.Dr.
Frederiksstraat een loods voor opslag van goe
deren te plaatsen en deze aldaar in stand te
houden gedurende een tijd van maximaal 4 jaar.