gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno10 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het beschikbaar stellen van een krediet ad
40.000,-, voor het treffen van voorzie
ningen aan voetgangersoversteekplaatsen.
Per 1 november a.s. wordt de wijziging van het wegenverkeersreglement met be
trekking tot de voetgangersoversteekplaatsen van kracht.
he voetgangers, die gebruik maken van de oversteekplaatsen welke overeenkomstig
de gegeven richtlijnen zijn gemarkeerd, worden na genoemde datum ten opzichte
van het overige verkeer hij de wet beschermd.
De oranje knipperbollen, die tot nu toe de beschermde oversteekplaatsen binnen
de bebouwde kom aangaven, moeten verdwijnen; dergelijke installaties moeten
ingevolge de wetswijziging worden aangebracht bij beschermde oversteekplaatsen
buiten de bebouwde kom.
Voor de bebouwde kom dezer gemeente is getracht een juist evenwicht te scheppen
tussen de behoefte aan bescherming van de voetgangers enerzijds en een zo min
mogelijke belemmering van een vlotte verkecrsafvloeiing anderzijds.
In verband hiermede is een onderscheid gemaakt tussen:
a. (41 voetgangersoversteekplaatsen, die gehandhaafd dienen te blijven;
b. (42) voetgangersoversteekplaatsen, die kunnen worden verwijderd;
c. (8) voetgangersoversteekplaatsen, waarvan de aanleg noodzakelijk is.
Een overzicht van de onder a tot en mot c bedoelde oversteekplaatsen treft U
aan in bijbehorende bijlage A
Sr/ij merken hierbij op, dat de voetgangersoversteekplaatsen, welke binnenkort
zullen worden aangebracht in het kader van de in uitvoering zijnde werken,
in dit verband als reeds bestaand zijn aangemerkt.
Ingevolge lid 2 van het nieuw opgenomen artikel 40a van het wegenverkeers
reglement mogen voetgangers, ter plaatse waar het rijdend verkeer door middel
van lichtsignalen of door een verkeersregelaar wordt geregeld, de rijbaan en
het eventueel daarlangs liggend rijwielpad niet oversteken, indien en zolang
voor het rechtuitgaand verkeer op de ever te steken rijbaan of rijwielpad groen
of geel licht zichtbaar is dan wel aan het rechtuitgaand verkeer op de over
te steken weggedeelten geen stopteken is gegeven.
Met het oog op deze bepaling is er rekening mee gehouden, dat de voetgangers
oversteekplaatsen zoveel mogelijk \rorden beperkt tot of eventueel worden
verplaatst naar dergelijke kruispunten.
Dijlagen 1961
no554
4 oktober 1961
AZ/20527