-2- maatschappij voornemens is haar tarieven in het gehele concessiegeb ied per 1 januari a.s. structureel te herzien, dit in overleg en in-overeenstemming met de waterleidingmaatschappij Oost-Brabant. Beide maatschappijen zullen dan nl. een einde maken aan het stelsel der her leide kadastrale huurwaarden, dat bij de tariefberekening voor de huishoude lijke verbruikers wordt toegepast. Niveau en opbrengst blijven daarbij vrij wel gelijk. In de tariefstelling voor grootverbruikers worden geen wijzi gingen aangebracht. Als bijlagen I en II zijn de nieuwe tarieven vsn de waterleidingmaatschappij bij dit voorstel gevoegd. Zij moeten nog door de vergadering van aandeelhou ders worden goedgekeurd. Eventuele wijzigingen zullen voor het eigen voor- zieningsgebied van Breda consequenties kunnen hebben en zonodig tot een nader voorstel aan Uw raad aanleiding geven. Ten aanzien van de huishoudelijke en andere kleine verbruikers gaat voor ge heel Breda nu een abonnementstarief gelden van 18,- waarboven minimaal 40 m3 h 0,35 is verschuldigd. Voor de in deze categorie gebruikelijke meters (tot 5 m3 per uur) vervallen de meterhuren. Deze abonnees zijn dus minimaal 32,- per jaar verschuldigd voor eoi verbruik van ten hoogste 40 m3 per jaar.Boven dit verbruik is tot 120 m3 0,35 per m3 verschuldigd. Van 120 m3 tot 300 m3 is dit 0,30. Bij 300 m3 ontstaat aldus een gemiddeld tarief van 0,38 per m3, hetgeen het tarief aan de voet van de schaal voor groot verbruikerstarieven benadert. De waterleidingmaatschappij hoeft voor alle verbruikers, zoals uit de bijlagen blijkt, jaarlijkse afnamehoeveelheden vastgesteld, waarnaar de berekening plaats vindt. Bij de kleinverbruikers wordt dit kwantum vastgesteld naar het geschatte verbruik, bij de grootver bruikers betreffen de hoeveelheden gegarandeerde minima, vast te stellen in overleg tussen bedrijf en afnemer. Kleinverbruikers worden door de waterlei dingmaatschappij ingedeeld, verrekening van minder afgenomen hoeveelheden heeft niet plaats. Oververbruik boven de ingedeelde quota wordt tegen 0,35 pc-r m3 in rekening gebracht. Deze methodiek hangt samen mot het feit dat de waterleidingmaatschappij slechts een maal per jaar de meterstanden opneemt. Hen wenst hierin geen wijziging te brengen. Voor het gemeentelijk bedrijf achten wij deze indeling der kleinverbruikers niet nodig en niet gewenst, zodat in het gemeentelijk tarief alleen het minimum jaarverbruik van 40 m3 voor iedere kleinverbruiker is terug te vinden. In bijgaand concept-besluit tot wijziging van de "Voorwaarden voor levering van water uit de waterleiding der gemeente Breda" zijn nu de tarieven van het eigen voorzieningsgebied aangepast aan die, welke vanaf 1 januari a.s. in het concessiegebied zullen gelden. Zoals gezegd blijft het grootverbruikerstarief bij de waterleidingmaatschap pij ongewijzigd. Een en ander kan als volgt worden toegelichtDe huidige leveringsverordening kent twee groepen verbruikers, n.l. a. die van water voor "huiselijk" gebruik en b. bedrijven, en instellingen van algemeen belang. Voor groep a. geldt thans een abonnementstarief, luidende als volgt: aantal vertrekken klasse jaarlijkse abonnementsprijs der woning 1 en 2 I 10,80

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 1000