bij volgn. 46 der agenda
Bijlage
Hub. Broeders
Breda
Laan van Rasseghem 55
Aan het college van burgemeester en
wethouders der gemeente Breda.
Geacht college,
In verband met ontvangen mededelingen over de Stichting Bredase Muziek- en
Balletschool wil ik U graag de volgende vragen voorleggen.
1 Is het Uw college bekend dat door het bestuur" van genoemde stichting on
langs een administratieve directeur is aangesteld, naast de reeds langer
in dienst zijnde directeur de heer H.Zomerdijk?
2. Is Uw college op de hoogte van de mede daaruit ontstane moeilijkheden
die er toe hebben geleid dat het bestuur aan de heer Zomerdijk ontslag
heeft aangezegd met ingang van maart 1963, terwijl het de heer Zomerdijk
vanaf heden niet meer is toegestaan de school te betreden?
3. Is door het bestuur van de stichting over de hiervoor genoemde maatrege
len overleg gepleegd met Uw college en hebben deze maatregelen de instem
ming van Uw college?
4. Indien vraag 3 ontkennend wordt beantwoord, is Uw college dan niet van
oordeel dat - mede gezien het besluit van de gemeenteraad d.d. 14-11-62 -
van een ongewenste ontwikkeling moet worden gesproken? Was het naar Uw
oordeel, gezien de opvattingen van de raad inzake de positie van de leer
krachten, niet voor de hand liggend geweest dat - alhoewel dit formeel
niet geëist kan worden - vooraf overleg was gepleegd met Uw college?
5. Indien naar het oordeel van Uw college van een ongewenste ontwikkeling
moet worden gesproken, is Uw college dan bereid alle nodige maatregelen
te treffen, opdat op zo kort mogelijke termijn de gemeentelijke muziek
school haar werkzaamheden kan beginnen en is Uw college dan tevens bereid
daarbij aandacht te schenken aan de positie van de huidige directeur van
de Bredase Muziek- en Balletschool?
Uw antwoord zal ik gaarne spoedig - zo mogelijk op de eerstvolgende raads
vergadering - ontvangen.
Hoogachtend,
wgHubBro eders
4-12-1962.