gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda»
volgno. 11a der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
onttrekking van de steeg, welke vanuit de
Karrestraat toegang geeft tot de achter die
straat gelegen school, aan het openbaar ver
keer.
k Bij Uw besluit d.d. 15 juni 1955, hebt U besloten de gang, welke vanuit
de Karrestraat toegang geeft tot de daarachter gelegen school, te verkopen
aan de N.Vroom en Dreesmann. In de akte van koop en verkoop is de be
paling opgenomen, dat koopster en haar eventuele opvolgers in rechte zich
verplichten, zolang het aan de Westzijde van het verkochte gelegen school
gebouw als school en het tehuis der broeders als zodanig worden gebruikt,
zulks ter uitsluitende beoordeling van ons college, het gekochte op generlei
wijze af te sluiten of ontoegankelijk te maken, zulks op verbeurte van een
geldboete groot 1.G00,~ voor iedere dag dat de afsluiting na de dag van
ingebrekestelling door ons college voortduurt.
Omdat de uitweg van de school naar de Karrestraat gevaarlijke en het ver
keer stagnerende situatiespleegt te veroorzaken, hebt U in Uw vergadering
van 17 januari jl. besloten een krediet beschikbaar te stellen voor het
maken van een andere uitweg voor de school, nl. naar de Nieuwstraat.
Nu de steeg naar de Karrestraat in de naaste toekomst niet meer door de
schooljeugd gebruikt behoeft te worden, vervalt de noodzaak de N.V. Vroom
en Dreesmann nog langer te binden aan de hierboven geciteerde in de akte
van koop en verkoop van de steeg opgenomen bepaling, te meer waar voren
bedoelde broederhuis niet meer als zodanig wordt gebruiktDe steeg kan
dus gevoeglijk aan het openbaar verkeer worden onttrokken,
Het voornemen om bedoelde steeg aan het openbaar verkeer te onttrekken
hebben wij ter openbare kennis gebracht en wij hebben belanghebbenden
erop gewezen, dat zij tot en met 5 februari jl. gelegenheid hadden om
tegen de onttrekking gerichte bezwaren schriftelijk bij U in te dienen.
Van deze gelegenheid werd alleen maar gebruik gemaakt door de N.V.J.C.
Raming. Het ingediende bezwaarschrift, alsmede een fotocopie van het daarin
aangehaalde tot ons college gerichte schrijvenhebben wij voor U ter inzage
gelegd.
De N.V. Raming stelt ten zeerste gedupeerd te zijn bij een eventuele
onttrekking van de steeg aan het openbaar verkeer, omdat dan het school
gebouw, hetwelk aan haar in eigendom toebehoort, geen uitweg op de open
bare weg meer heeft. Wij zijn van mening, dat dit bezwaar niet steek
houdend is, omdat het perceel, waarop zich het voormalige broederhuis
en het schoolgebouw bevinden, grenst aan en vanuit de aan de Brugstraat
gelegen percelen van de N.V. J.C, Raming bereikbaar blijft..
Bijlagen 1962
no. 92
7 februari 1962
AZ/2131