gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 34 cler agenda
Bijlagen 1962
no116
7 februari 1962
F/2174
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
vaststellen van uitgifteprijzen voor gronden voor
het jaar 1962 op basis van de nieuwe exploitatie-
opzetten voor de diverse complexen van het grond
bedrijf.
In ons voorstel van 12 april 1961bijlagen 1961 no. 229 hebben wij U een
uitvoerige uiteenzetting gegeven van de met ingang van 1961 ingevoerde nieuwe
wijze van berekening van de grond-uitgifteprijzen. Met verwijzing naar dat
voorstel moge hier herhaald worden dat het doel van de nieuwe werkwijze voor
namelijk is om, met het oog op een sluitende exploitatie van het grondbedrijf,
de uitgifteprijzen jaarlijks aan de gewijzigde kosten aan te passen en
daarnaast om zoveel mogelijk voor gelijkwaardige gronden gelijke prijzen te
kunnen bedingen; dit laatste behoudens een wenselijke differentiatie naar
ligging.
De voor 1962 opgemaakte kostenramingen hebben uitgewezen dat, om een sluitende
exploitatie te kunnen krijgen, de uitgifteprijzen ten opzichte van 1961 moeten
worden verhoogd. Deze noodzakelijke verhoging der uitgifteprijzen heeft ver
schillende oorzaken waarvan als de belangrijkste kunnen worden genoemd;
incalculable van de straatverlichtingskosten
aanpassing van de planning in de exploitatie-opzetten aan het investeringsplan;
verhoging van de kostenfactor "advieskosten openbare werken c.a.";
stijging van de kostenfactor "ophoging en afgraving";
nieuwe methode van toerekening van kosten naar het grondbedrijf en de algemene
dienst.
Deze oorzaken kunnen als volgt toegelicht worden.
Incalculatie straatverlichtingskosten
De straatverlichtingskosten werden de laatste jaren niet in de grondprijzen
verdisconteerd; dit in tegenstelling tot de in andere gemeenten vrij alge
meen gebruikelijke handelwijze. In de toelichting op het investeringsplan
hebben wij te dezer zake reeds opgemerkt dat het in verband met de budget
taire mogelijkheden onder de nieuwe financiële verhouding noodzakelijk was
om de investeringen in de onrendabele sector to beperken en dat het hierom
wenselijk was de straatverlichtingskosten in nieuwe wijken ten laste van
het grondbedrijf te brengen en zodoende in de grondprijzen op te nemen.
Aldus is in de exploitatie-opzetten voor 1962 geschied. Hierdoor is het
grondbedrijf ten opzichte van 1961 met een bedrag van 2.639.400,- werke
lijk 4.461.000,- eindwaarde 1976) extra belast. Genoemd bedrag van 2.639.400,
is verkregen door voor deze kosten voor het jaar 1962 in overeenstemming
met het investeringsplan een bedrag van 650.000,- te ramen en voor de
jaren 1963 tot en met 1968 een evenredig gedeelte hiervan en zulks naar rato
van de in die jaren in verhouding tot 1962 uit te geven hoeveelheid grond.