volgno. 34 der agenda -2- Dat voor de jaren 1963 tot en met 1968 een lager bedrag is opgenomen dan de betreffende raming van 650.000,- per jaar volgens het investeringsplan was noodzakelijk,daar bij aanhouding van deze 650,000,- het grondbedrijf te zwaar en onevenredig hoog zou worden belast. Immers de raming in het investeringsplan heeft betrekking op het totaal der jaarlijkse uitbreidingen (nieuwe wijken) terwijl de grond-exploitatie-opzetten 1962 alleen betrekking hebben op die complexen waarvan thans begrotingen zijn te maken dus op een deel der stadsuitbreidingen. Het is duidelijk dat de kosten ener investering, die voor het geheel der stadsuitbreidingen is gedacht niet omgeslagen kunnen en mogen worden op een deel daarvan. Om dezelfde reden behoeft voor de jaren na 1968 voor verlichting geen bedrag meer opgenomen te worden omdat, naar ver wachting, in 1968 alle gronden behalve die voor sportdoeleinden (waarover hierna meer) zullen zijn uitgegeven. Er dient tevens nog opgemerkt dat wegens het gemis van de daartoe nodige ge gevens de ramingen voor straatverlichting niet, zoals b.v. voor bestratings- kosten, aan de lopende kredieten konden worden ontleend, waardoor de ramingen in het investeringsplan als basis moesten worden gehanteerd hetgeen mede tot gevolg had dat deze kosten niet in de afzonderlijke complexen konden worden begroot. Zij zijn nu in één bedrag - evenals de ramingen voor "advieskosten" en "risico-factor" - in het overzicht van exploitatie-berekeningen (zie bij lage i) opgenomen» In de exploitatie-opzetten voor 1963 en volgende jaren zullen deze kosten aan de hand van de kredietramingen in de afzonderlijke complexen worden geplaatst. Aanpassing exnloitatie-opzetten aan investeringsplan Er is naar gestreefd de ramingen in de exploitatie-opzetten (voor zover deze verband houden met het investeringsplan) aan dit plan aan te passen» De wen selijkheid en noodzakelijkheid dezer coördinatie tussen twee beleidsplannen die in elkaar grijpen behoeft naar wij menen geen nadere toelichting. De afstemming van de grond-exploitatie-opzetten op het investeringsplan had tot gevolg dat de uitneming van gronden bestemd voor sportdoeleinden naar de jaren 1969 tot en met 1976 moest worden verschoven. Doordat nu in de voorliggende exploitatie-opzetten 1962 een groot deel der gronden, nl. 26fot bestemd is voor sportdoeleinden (zie voor de bestemming der zich in de diverse complexen bevindende gronden bijlage li) en deze gronden reeds groten deels zijn aangekocht ontstond door deze verschuiving der uitgifte van de sportterreinen een vrij belangrijk renteverlies. Dit verlies moet op alle gronden worden omgeslagen en heeft dus voor alle terreinen een prijsverho gend effect. Verhoging kostenfactor advieskosten c.a De kosten van de dienst van openbare werken die ten laste van het grondbe drijf worden gebracht zijn van 68.700,- per jaar volgens de exploitatie- opzetten 1961 opgevoerd tot 200.000,- per jaar» In deze kosten zijn begrepen de salarissen c.a. van de ambtenaren die met het administratief beheer van het grondbedrijf zijn belastdie van de ambtenaren belast met de aan- en verkopen van gronden en verder die van de stedebouwkundige en andere diensten, welke werkzaamheden, verband houdend met de stadsuitbreiding, verrichten. De verhoging t.o.v. het vorig jaar houdt voor een deel verband met de nood zakelijk geworden personeelsuitbreiding in de bovenbedoelde groep,doch spruit voor een ander deel ook voort uit een herziening van de kostenver deling van de dienst van openbare werken ten aanzien van die onderdelen, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 173