gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlagen 1962 no.134 14 maart 1962 Iz/24057 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG De heer v.Bi.jnen vraagt of er al een beslissing genomen is inzake het be schikbaar stellen van borden ten be hoeve van de a.s. verkiezingscampagne der politieke partijen. De heer Hulskramer merkt op dat in de Heilaarstraat het straatnaambord ont breekt. Hij verzoekt er alsnog een aan te doen brengen. Mevrouw De Bonte zegt,dat in het Geerts- hof een plantsoen met rozenstruiken is aangelegd. Haar hebben klachten bereikt omtrent de vernieling van dit plantsoen niet alleen door de omwonen den, maar vooral door de kolenfirma Snijders, die met vrachtwagens door het plantsoen zou rijden. Zij verzoekt hiertegen maatregelen te nemen. De heer Vis zegt in de Bredasche Cou rant een geïllustreerd bericht te heb ben gelezen over het ontbreken van straatverlichting in de nieuwe wijk Mariaveld. Van andere zijde heeft hij vernomen, dat er ook in Breda-Noord straten zijn waar zich een soortge lijke situatie voordoet. Hij zou gaar ne een opgave ontvangen van de bewoonde straten die nog niet van straatverlich ting zijn voorzien, wat de oorzaken daarvan zijn en welke maatregelen b. en w. denken te nemen. ANTWOORD Van gemeentewege zijn vijftig aanplakborden van 2 bij 3 m op diverse over de gehele stad verspreide punten geplaatst, welke borden gratis ter beschikking van de politieke par tijen zijn gesteld voor het aanplakken van verkiezingsreclame De ontbrekende straatnaamborden in de Hei laarstraat zijn op 6 februari j.l. aange bracht. Blijkens onderzoek is in een rozenperk van het plantsoen op het Geertshof één rozenstruik door een auto vernield. Dit kon worden vast gesteld, doordat in dat rozenperk de afdruk van een autoband werd aangetroffen. Deze handafdruk bleek echter niet afkomstig te zijn van één der auto's van de firma Snijders, brandstoffenhandelde schade moet dus met een andere auto zijn aangericht. Hoewel de vernielingen niet van ernstige aard zijn, zal de politie extra toezicht ter plaat se uitoefenen. Het achterblijven van de straatverlichting in de nieuwe wijken wordt veroorzaakt door het op onregelmatige tijdstippen gereed komen der nieuwe woningen. Bij de in aan bouw zijnde woningen, dikwijls gelegen te midden van reeds bewoonde panden, is de plaats, waar de kabels moeten worden ge legd in beslag genomen door bouwmaterialen, steigers etc., zodat geen kabelaanleg moge lijk is. De lichtmasten worden eerst geplaatst na dat de trottoirbanden zijn gesteld en even tuele uitritten e.d. volledig bekend zijn. Definitieve aanleg in een te vroeg stadium houdt het risico in dat later weer tot wij ziging moet worden overgegaan. Intussen zal aan de bezwaren van de bewoners der door vragensteller genoemde wijken worden tegemoet gekomen door het treffen van pro- vis oris che voorz ieningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 208