_3_ Iet deze eisen rekening houdende komt men tot een tarief, als aangegeven op bijlage C, hetwelk wij een bedrijfseconomisch- of streeftarief zouden willen noemen Het is nuttig nu het bestaande tarief hier te vermelden teneinde vergelijking mogelijk te maken. Sedert januari 1957 is dit als volgt: muntgastarief 0,19 per m3 enkel tarief 0,18.5/0,19 per m3 0,45 per maand meterhuur vastrechttarief 0,13/0,135 per m3 0,45 per maand meterhuur en een variabel vastrechttariefin de groep kleinverbruikers veelal van 1,50 tot ƒ3,- per maand. lij een verbruik van méér dan 150 m3 per maand geldt een m3 prijs van respec tievelijk 0,19 en 0,135. Voor de grootverbruikers (meer dan 10.000 m3 per jaar) worden door ons college krachtens delegatie, steeds afzonderlijke contracten gesloten, waarbij de gas- prijs in het algemeen op 0,135 per m3 is gesteld. De straatverlichting wordt berekend als volgt: werkelijke vaste kosten en on derhoudskosten, verhoogd met de gemiddelde inkoopsprijs per m3. Om de gedachten te bepalen is het voorts gewenst globaal de aantallen ver bruikers per groep en hun verbruik hier te vermelden: - muntgasverbruikers4900 met een jaarverbruik van 2.474.750 m3 - verbruikers volgens eenheidstarief en een jaarverbruik van gemiddeld 300 m3 5250 met een jaarverbruik van 1.577.000 m3 idem van gemiddeld 420 m3 4500 met een jaarverbruik van 1.900.000 m3 - verbruikers volgens vastrechttarief tot 3000 m3 per jaar 14800 met een jaarverbruik van 11.375.000 m3 - idem, tot 10,000 m3 460 met een jaarverbruik van 3.390.000 m3 - grootverbruikers 60 met een jaarverbruik van 3.586.000 m3 - straatverlichting 800.000 m3. Vergelijking met het bedrijfseconomisch berekende tarief toont aan, dat het muntmetertarief ongewijzigd zou kunnen blijven; in de m3 prijs zijn de vaste kosten verdisconteerd. De kleine verbruikers volgens eenheidstarief en de kleinere verbruikers met vastrecht zouden een vastrecht moeten gaan betalen van 44,- per jaar en een gemiddelde m3 prijs van 0,1l5. Deze groepen vragen al direct een nadere beschouwing, gezien de opmerkelijke verschillen, welke aan de dag treden. Bij een verbruik van 300 m3 per jaar zou een verbruiker, die thans het eenheidstarief betaalt, zijn verschuldigd: 44,- 300 x 0,115 78,50. Thans betaalt hij 300 x 0,185 55,50 5,40 meterhuur 60,90. Voor een vastrechtverbruiker van 500 m3 per jaar zijn deze uitkomsten respectievelijk 101 ,50 en 70,40. Zo zijn verschil lende combinaties mogelijk, maar het is reeds hier duidelijk, dat het zonder meer doorvoeren van het bedrijfseconomische tarief voor een zeer grote groep kleine verbruikers een niet onbelangrijke tariefsverhoging zou betekenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 213